13 mei 2009 | Kunst als provocatie | Jerker Spits | |
8 april 2009 | Geen nieuws | Frans Thuijs | |
11 maart 2009 | De strijd tegen de Apartheid begon eerder | Erica Meijers | |
11 februari 2009 | De onmogelijke openbaarheid van het verleden | Thomas von der Dunk | |
10 december 2008 | Onze armoedige geschiedenis. Vijf twijfels over de vaderlandse identiteitspolitiek | Krijn Thijs | |
12 november 2008 | Publieke historici en historisch publiek | Adriaan van Veldhuizen | |
13 oktober 2008 | Het lerarentekort in de Oudheid | Gerard Boter | |
10 september 2008 | Over kolonialisme | Susan Legêne | |
11 juni 2008 | Het leervermogen van wetenschappers | Rienk Vermij | |
3 en 14 mei 2008 | Drie curieuze historische kookboeken | Merel Boers | |
13 februari 2008 | Drie opvallende invalshoeken op Afrika | Frans Huijzendveld | |
9 Januari 2008 | Bekentenissen van een namaak historica | Irma Thoen |
In oktober 2003 stelde Osama Bin Laden dat zoiets als het verlies van Al Andalus, Andalusië oftewel Spanje, voor de Islam zich niet mag herhalen in het Midden-Oosten. Er mag geen Islamitisch gebied meer prijsgegeven worden aan de Christenen, is de boodschap.
De herovering van Spanje op de Moren, de Reconquista, blijkt in de Islamitische wereld nog altijd een levende en pijnlijke herinnering.
Die Reconquista was geen fraai hoofdstuk uit de clash of civilizations. De gedwongen bekeringen van joden en islamieten, het verdrijven van honderdduizenden onwillige ‘ongelovigen’, het optreden van de inquisitie, het bloedig neerslaan van de opstand van de Moricos in de 16e eeuw in Granada, enfin, het moet iedere historicus in grote lijnen wel bekend zijn hoe de katholieke orthodoxie werd gevestigd.
Ik heb het nooit helemaal kunnen zetten dat ik een zwak heb voor de muzikale Renaissance in Castilië en Aragon die Ferdinand en Isabella na de Reconquista inzetten. Het inleidende lied van deze column is er een voorbeeld van. Prachtige muziek gesponsord door dezelfde mensen die leiding gaven aan de zo verfoeide Spaanse inquisitie. Het roept bij mij dezelfde onrust op die George Steiner uitsprak in een VPRO interview waarin hij zei: “ik probeer te begrijpen hoe iemand van de Gestapo ‘s middags kon martelen of moorden in Auschwitz of Belsen en ‘s avonds prachtig Schubert kon spelen”. Dat onbehagen voel ik ook bij deze Spaanse muziek uit de 16e eeuw.
Terug naar Al Andalus. Wij doen er goed aan de teloorgang van de Moorse beschaving in Spanje en de rancunes die de Islamitische wereld daaraan heeft overgehouden serieus te nemen. Wij vinden die treurnis om het verlies van Al Andalus maar vreemd. Maar waarom zou die minder vreemd zijn dan de Zionistische droom om 2000 jaar na de Diaspora terug te keren naar Palestina?
Wij vinden dat we die Joodse droom kunnen begrijpen vanuit de geschiedenis van het Joodse volk en het antisemitisme. Welnu, het kan ook geen kwaad als we van de vergelijkbare malle historische bokkensprongen van Islamitische fundamentalisten minstens begrijpen waar ze over gáán. Helaas hoort het bij de arrogantie van het Westen dat zij nauwelijks iets weet van de Islamitische wereld en vooral dat zij daarvoor geen belangstelling wìl hebben. Dat is niet best, want daarmee zijn we uitgeleverd aan kranten en aan heetgebakerde opinies. Ik wil dat niet, maar ‘mijn’ krant, Trouw, stond er de afgelopen jaren vol mee: de verongelijkte Ephimenco, het harnas van Leon de Winters, het revanchisten van de Burke Stichting en nog erger: vol met overmoedige en opgeblazen Republikeinen, types die niet in de gaten hebben dat de verdrijving van Saddam en Taliban weinig meer is dan een afrekening binnen het criminele circuit.
Vanwege die Republikeinen wil ik nog meer niet Ik wil niet dat John Kerry president wordt omdat diezelfde Republikeinen alleen een toontje lager zullen zingen en iets kunnen leren als zij zèlf geconfronteerd worden met de politieke janboel die het westen in het Midden-Oosten de afgelopen eeuwen heeft aangericht.
Maar in deze ongevraagde clash of civilizations moet ik ook weinig hebben van de andere kant. Vooral irritant vind ik die lieden die ieder debat over de Islam het liefst zouden bezweren met het toverwoord ‘respect’. Dat woord waarbij iedere progressieve Nederlander direct eerbiedig zijn hoed afneemt, liefst nog vóór hij heeft nagedacht. Als pacifist heb ik geen respect voor andere culturen, ook niet voor mijn eigen, want ik ken geen enkele beschaving zonder bloed aan zijn handen.
Als historicus wil ik ontdekken of de geschiedenis van de Islamitische wereld de moeite waard is, niet of zij ons “respect” verdient. Ik ben er dus tegen als wij na nijvere bestudering van de boeken van Bernard Lewis of Edward Saïd tot de conclusie komen dat wat de Islam betreft tout compendre neerkomt op tout pardonner, want als je kijkt naar de maatschappelijke janboel die de Islam in het Midden-Oosten aanricht...
Ik wil wat anders. Ik wil de actualiteit van de crisis van de Islam uitbuiten om onze blik op Al Andalus te verruimen, en dan a.u.b. niet als een toerist die blijft steken in bewondering voor het Alhambra. We mogen toch minstens beseffen dat een hoop ‘westerse’ decadentie zijn oorsprong vond in het Moorse Spanje: uitgebreide, luxueuze en opgesmukte diners en, veel verassender, modeshows en beauty-salons, om maar eens wat te noemen. Middeleeuws Cordoba zou door fundamentalisten onverbiddelijk zijn veroordeeld vanwege zijn decadente levensstijl. Zo’n Islamitisch Spanje zou eerder een nachtmerrie dan een droom zijn voor Osama.
De geschiedenis van Al Andalus kan onze blik nog verder verbreden als we bijvoorbeeld de heldendichten rond de geweldenaars Almanzor en El Cid zouden afstoffen. Aan kalief Almanzor heeft een Nederlandse letterkundige Johannes Kinker, een vriendje van Bilderdijk, in 1804 nog een treurspel gewijd en de Christelijke held El Cid genoot ook aan Arabische kant grote populariteit. Zo ongeveer als de Geallieerden altijd grote bewondering hadden voor de Duitse generaal Rommel.
Of neem nu de Spaans-Islamitische Middeleeuwse filosoof Averroës, Ibn Roesjd, uit de 12e eeuw. Hij verdedigde, na het lezen van Aristoteles, de stelling dat geleerden de beschikking hebben over de rede om de schepping te doorgronden maar dat het gewone volk daarvoor verhalen, zij de Koran en wij de Bijbel, nodig heeft. De man genoot redelijke populariteit bij Islamitische èn Christelijke intellectuelen en zijn werken werden vertaald in het Latijn. Jammer dat Islamieten en Christenen hem uiteindelijk niet omarmden. Een gemiste kans. Als we dat wel gedaan hadden, had dat ons al 800 jaar geleden nader tot elkaar kunnen brengen maar nu kunnen we overnieuw beginnen...
Een poging daartoe is dat we in Nederland de Marokkaanse jongeren nu leren dat hun vaderen in de Tweede Wereldoorlog meevochten tegen de Duitsers. Heel mooi, maar ik zou daar graag bij vermeld zien dat onze eigen Prins Willem van Oranje in de opstand van de Moriscos in Granada tegen Philips II een bron van inspiratie vond voor zijn eigen rebellie tegen diezelfde fundamentalistische vorst.
Het zijn maar voorbeelden natuurlijk, maar u begrijpt wellicht waar ik naar toe wil. Onze kennis van de Islamitische wereld is nu veel te veel een verlengstuk van onze politieke obsessies. Daarmee doen we ons vak tekort. De geschiedenis van de relaties tussen Islam en Christendom in Al Andalus is namelijk behalve actueel, ook boeiend, doortrokken van tragiek en geweld, maar zeker niet zonder wijsheid en schoonheid.
De VPRO typeerde de mens ooit als ‘een schitterend ongeluk’. Als die karakteristiek ergens op van toepassing is, dan wel op de relaties tussen Christendom en Islam in Al Andalus. Zo bezien durf ik dan toch wel weer te genieten van dit curieuze Spaanse liefdesliedje voor de katholieke vorsten Ferdinand en Isabella over Tres Morillas, d.w.z.over drie mooie Moorse meissies: Axa, Fatima en Marién...
Muziek: Hespèrion XX o.l.v. Jordi Savall, ‘Très Morillas’, uit: El Cancionero de Palacio 1474-1516, Astrée 1991
Wybren Verstegen, 08-09-2004
(economisch en sociaal historicus Vrije Universiteit)