Tante Des
door Gijs Sevenhuijsen
Hallo ik ben Gijs en ik ben naast tekenaar sinds kort ook columnist voor het Historisch Café. Ik wil het vanavond hebben over Desi. De naam is een afkorting van Desirée, het is niet de naam van een vrouw, mocht u dat denken, er zitten evenveel vrouwelijke hormonen in Desi als in Tante Es, u weet wel, het alter ego van Jörgen Raymann.
In een nieuwbouwwijk in het kleine stadje Steenwijk kennen ze hem nog steeds als Ome Desi, als een rustige aardige man. Hij heeft daar kort gewoond met zijn prille gezin, begin jaren 70, hij was beroepsmilitair in het Nederlandse leger en sportinstructeur op de Johan Postkazerne in Steenwijk. Hij basketbalde bij Alcides, een sportvereniging in het naburige Meppel. Volgens sportverslaggeving in de Meppeler Courant was hij de beste, alle ballen op Deci! (Desi gespeld met een c! Bijnaam: Deci van de Dunk – toch vreemd dat een basketbalworp naar een Nederlandse cultuurhistoricus is vernoemd).
Dat Desi een goede naam heeft in Steenwijk hoorde ik van Mariëtte, mijn eerste vriendinnetje. Ik leerde haar kennen in Groningen, waar we beiden studeerden. Ik kwam vers uit Meppel, heb gebasketbald en gejudood in dezelfde sporthal waar Desi furore maakte; zij was afkomstig uit Steenwijk, uit de genoemde nieuwbouwwijk, waar een groot deel van haar familie woonde, waarvan vrijwel alle mannelijke leden een uniform droegen. Haar vader ook: die van een sergeant-majoor. Ze waren buren en collega’s van Desi geweest.
Mariëtte deed haar ontboezemingen, ook letterlijk, in 1983, vlak na de decembermoorden in Suriname, waarbij ene Desi Bouterse als legerleider betrokken zou zijn geweest. U begrijpt dat ik enigszins verbijsterd was over de gunstige reputatie van dezelfde Desi in Steenwijk. En ik vermoedde dat vele Steenwijker officieren stiekem met enige bewondering aan hun Desi dachten: de sportinstructeur had het toch maar mooi tot legerleider geschopt, een man van actie, terwijl zij naar hun weinig krijgshaftige kantoorbaantje in de Johan Post-kazerne togen, de meesten op de fiets, broodtrommeltje achterop de bagagedrager, wel in uniform en, om het plaatje compleet te maken, met een viriele karremansnor op en over de bovenlip.
Het Nederlandse leger in die periode was een leger in slaapstand, waarin de dienstplichtigen na een maand opleiding verveeld rondhingen in de kantine, vele biertjes dronken, na weer een dag voor de zoveelste keer de vrachtwagens en andere voertuigen van een nieuwe lik groene verf voorzien te hebben. Er zat zo’n dikke verflaag op de voertuigen dat de bouten niet meer losgedraaid konden worden. Pas later kwam naar buiten dat men zeer giftige verf gebruikte, die verf was zo’n beetje het meest levensbedreigende gevaar voor een gemiddelde Nederlandse soldaat. En een merkwaardige vorm van friendly fire, of zaten de Russen er achter? Toen ook al, zult u denken.
Er waren wel kleine veranderingen waarneembaar in het leger, maar die beperkten zich voornamelijk tot de haardracht: het lange haar van de jaren zeventig werd een kortere coup. Desi had in zijn Steenwijker periode een afro kapsel met bakkebaarden. Hij zag er uit als Bobby Farrel, de Arubaanse zanger/danser van Boney M, een band met Caraïbische bezetting, maar geformeerd in Duitsland, nu vrijwel vergeten, maar rond 1980 net zo populair als ABBA en zelfs bekend tot ver in de Sovjet-Unie, onder andere met het nummer Rasputin. In 2010 overigens, werd Bobby na een optreden dood gevonden in een hotelkamer in St. Petersburg, op 30 december, op de sterfdag van Raspoetin. Toeval? Poetin?
Bobby had na een neerwaartse carrière zijn laatste jaren in de Bijlmermeer gesleten. Rond de eeuwwisseling was ik zelf naar deze wijk verhuisd. Vanuit Groningen geïmmigreerd. Ik had eindelijk vast werk gevonden, maar wel in het westen. Dat was waarschijnlijk niet nodig geweest als Groningen onafhankelijk was geweest, en zelf van de gaswinsten had kunnen profiteren. Onafhankelijkheid is natuurlijk geen garantie voor succes van een land: na het onafhankelijk worden van Suriname in 1975 zou bijna de helft van haar bevolking naar Nederland verkassen, en een zeer groot deel daarvan naar de Bijlmermeer.
Had dit te maken met het feit dat Desi vlak voor de onafhankelijkheidsverklaring in 1975 juist naar Suriname was teruggekeerd? Daarover doe ik geen uitspraken. Voor hem in ieder geval geen anoniem bestaan in het Bijlmerbeton, me dunkt: achtereenvolgens legerleider, dictator, partijleider Democratische Partij Suriname en President van Suriname vanaf 2010! Betrokken bij de decembermoorden, een jungleoorlog, wapen- en drugshandel, alle bolletjes komen van Desi! Zeer verdacht waren natuurlijk zijn gesprekken met Willem Oltmans, een soort journalist en weinig geliefd bij onze koninklijke familie.
Kortom, Desi is een man met een omstreden reputatie. Met vele tegenstanders, maar nog steeds met aanhang, niet alleen in Steenwijk. Dat hij door veel Surinamers op handen wordt gedragen ervoer ik zelf bij een Historisch Café in mei 2012. Onderwerp was de geschiedenis van Suriname en ik had Desi voor die gelegenheid weergegeven naar een foto van zijn beëdiging als president. Zijn ambtsketting had ik vervangen door leren schouderbanden vol kogels, het attribuut van een klassieke Zuid-Amerikaanse bandiet. Zijn rechterhand in militaire groet, met populistische tekst: “At my service!” De reacties van de Surinaamse aanwezigen waren verdeeld: de vrouwelijk helft, oudere Surinaamse tantes, reageerden met thumbs up! “Heb jij die gemaakt? Goed hoor jongen!” De andere helft, overwegend jonge mannen, vonden het minder, voor hen gold kennelijk nog steeds: alle ballen op Desi!
De nieuwe tekening verwijst naar de nieuwe presidentsverkiezingen in Suriname waarbij Desi opnieuw gekozen hoopt te worden. Ik kruip in de huid van zijn campagneleider en presenteer hem als “Tante Des”, vanuit de aanname dat hij op die wijze wellicht de andere Surinaamse bevolkingshelft ook mee kan krijgen. Een huiveringwekkend beeld voor de toekomst. Realistisch? Nou, ik meen dat de kans op toenadering vanuit de Nederlandse politiek groter is – en dan mede gelet op de nieuwe VVD-koers om dictators realistischer, lees minder ideologisch, te benaderen – dan dat Desi zich op die manier laat afficheren.
Uitgesproken bij het Historisch Café van 8 april 2015