Programma Historisch Café 10 april 2013
Zie ook de karikatuur ‘Ivoren wachters’ van Gijs Sevenhuijsen.
20.00 uur – ‘Geen woning, geen kroning’ – Gesprek met Eric Duivenvoorden over het Kroningsoproer van 30 april 1980
Het Kroningsoproer van 30 april 1980 is de geschiedenis ingegaan als een van de grootste ordeverstoringen in Nederland gedurende vredestijd. Terwijl in de Nieuwe Kerk koningin Beatrix werd ingehuldigd, leverden krakers en autonomen in de straten van Amsterdam strijd met een kleine tienduizend politieagenten, leden van de Mobiele Eenheid en marechaussees. Onder de leus ‘Geen woning, geen kroning’ protesteerde de kraakbeweging tegen de heersende woningnood. Terwijl honderden demonstranten en sensatiezoekers optrokken naar de Nieuwe Kerk om de kroning te verstoren, werden in andere delen van de stad panden gekraakt en sabotageacties uitgevoerd. De ME reageerde ongemeen fel door op demonstranten in te rijden en op grote schaal traan- en braakgas in te zetten. Honderden mensen moesten worden opgenomen in het ziekenhuis; de materiële schade liep in de miljoenen guldens. De rellen waren voor de kraakbeweging aanleiding tot verdere radicalisering.
Filosoof, socioloog en kenner van de kraakbeweging Eric Duivenvoorden publiceerde in 2005 met Het Kroningsoproer een nauwkeurige reconstructie van de gebeurtenissen op 30 april 1980. Als eerste kreeg hij toegang tot politiearchieven en sprak hij met actievoerders en bewindvoerders over die beruchte dag, volgens Duivenvoorden een ‘historisch keerpunt’. Het ziet er niet naar uit dat de soep tijdens de kroning van Willem-Alexander opnieuw zo heet wordt gegeten. Wat ging er op 30 april 1980 mis in Amsterdam, en belangrijker, wat is er sindsdien veranderd in Nederland?
Interviewer: Tim Verlaan
20.45 – pauze
21.00 uur – Grote Mannen maken de geschiedenis? Discussie over de terugkeer van de historische biografie met Hans Renders en Dik van der Meulen
Nog niet zo heel lang geleden haalden de meeste Nederlandse historici hun neus op voor biografieën. Een exclusieve oriëntatie op het leven van één individu zou het zicht maar belemmeren op onderliggende sociaal-economische structuren. Daarnaast kregen biografen vaak het verwijt dat ze bijdroegen tot ouderwetse persoonsverheerlijking, waarbij de geschiedenis werd voorgesteld als het resultaat van de scheppingskracht van enkele Grote Mannen. De laatste jaren is de historische biografie aan een opvallende opmars bezig. Vooraanstaande historici als H.L. Wesseling, Els Kloek en Jan Willem Stutje publiceerden recentelijk biografische werken die een groot publiek bereikten, terwijl ook onder vakgenoten de weerstand tegen biografieën lijkt te zijn afgenomen. Is hiermee de biografische methode terug in de Nederlandse geschiedwetenschap, of betreft het slechts een modeverschijnsel dat vooral interessant is voor leken? Wat zijn de kenmerken van een goede biografie, en hoe kan een biograaf de valkuil van persoonsverheerlijking ontlopen?
Hans Renders is hoogleraar Geschiedenis en Theorie van de Biografie aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van het aan dezelfde universiteit gevestigde Biografie Instituut. Hij publiceerde biografieën van Jan Hanlo en Jan Campers, alsmede het boek De Zeven Hoofdzonden van de Biografie. Dik van der Meulen is neerlandicus en biograaf. In 2003 won hij de AKO Literatuurprijs voor zijn biografie van Eduard Douwes Dekker. Dit jaar verschijnt, in het kader van de viering van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden, zijn biografie van koning Willem III.
Gespreksleider: Daniel Knegt