Programma Historisch Café 13 maart 2013
20.00 – ‘Stad Nederland’ – Gesprek met Ed Taverne over de stad, stadscultuur en stedelijk leven in Nederland
Het Nederlandse landschap wordt al eeuwenlang gedomineerd door middelgrote en kleine steden. Een overgroot deel van de Nederlanders woont en werkt in de stad, en het land is zo sterk geürbaniseerd dat planologen wel eens spreken van ‘Stad Nederland’. Hoewel vele historische studies zijn verschenen over de fysieke stad, stadscultuur en stedelijk leven, laten auteurs doorgaans na de wisselwerking tussen deze drie dimensies te thematiseren. In Nederland stedenland onderzoeken een groot aantal auteurs de drie dimensies van de stad: ‘urbs’, de ruimtelijke structuur en gebouwde vorm; ‘civitas’, het sociale leven en sociale voorzieningen; en ‘topos’, de verbeelding en voorstelling. De redacteuren van dit sluitstuk van het NWO-programma Urbanisatie en Stadscultuur, Ed Taverne en Sebastian Dembski, schuiven aan om hun ideeën over de stedelijke conditie toe te lichten.
Interviewer: Errik Buursink (gastredacteur), planoloog bij de Amsterdamse Dienst Ruimtelijke Ordening en publicist. Vorig jaar won hij de essaywedstrijd ‘Van wie is de stad?’, georganiseerd door de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW).
20.45 – pauze
21.00 – ‘In geouwehoer kan je niet wonen’ – Debat met Herman de Liagre Böhl en Vincent van Rossem over de naoorlogse stadsvernieuwing
Tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw ondergingen Nederlandse steden meer transformaties dan in enige andere periode. In de jaren zestig en zeventig werkten tientallen gemeenten aan grootschalige stadsvernieuwingsprojecten om hun binnensteden leefbaar en bereikbaar te houden. Krotopruiming en cityvorming gaven de toon aan. Het verouderde woningbestand in de negentiende-eeuwse uitbreidingswijken moest naar de ideeën van die tijd worden vervangen door functionalistische nieuwbouw. Bestuurders achtten ingrijpende maatregelen onvermijdelijk en zelfs gewenst om ruimte te bieden aan het toenemende autoverkeer en een postindustriële economie. Begin jaren zeventig kwamen bewoners in verzet tegen de technocratische kaalslagsanering en –reconstructie. Uiteindelijk zouden Nederlandse bestuurders overstag gaan en actief meewerken aan de rehabilitatie en renovatie van de oude wijken, maar dit ging niet zonder slag of stoot.
Historicus Herman de Liagre Böhl beschrijft deze omslag in de monografie Steden in de steigers. Stadsvernieuwing in Nederland 1970-1990. Hij stelt dat dankzij de behoedzame vernieuwing de oude stad weer is herboren. Architectuurhistoricus Vincent van Rossem is minder positief over de resultaten van de kleinschalige stadsvernieuwing van de jaren zeventig en tachtig. Een gesprek over de doelen, middelen en esthetiek van de naoorlogse stadsvernieuwing in Nederland.
Interviewer: Tim Verlaan
22.00 – Borrel naar believen in P96