Pieter Arie Geyl is een van de belangwekkendste figuren in de twintigste-eeuwse Nederlandse historiografie. Hij verwierf zich in de jaren vijftig internationale faam met zijn Debates with Historians. In de oorlog werd hij door de bezetter geïnterneerd in Beekvliet bij St. Michielsgestel, en daar schreef hij zijn autobiografie over de periode 1887-1940.
Hoewel het oorspronkelijke manuscript daarvan verdwenen is, is er wel een uitgetypte en door Geyl zelf later geannoteerde versie bewaard gebleven. Deze werd eind september bezorgd door Wim Berkelaar, Piet van Hees en Leen Dorsman: "Ik die zo weinig in mijn verleden leef". Autobiografie 1887-1940. Dat deze uitgave van Pieter Geyl zo lang op zich heeft doen wachten, hangt ongetwijfeld samen met de nogal brisante inhoud ervan.
Wat zijn de merites van deze autobiografie? Hoe beïinvloedt dit boek het beeld van Geyl bijna vijfenveertig jaar na zijn dood? Over deze en andere vragen zullen we met de drie bezorgers spreken.
Wim Berkelaar (1960) is sinds 2005 verbonden aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Leen Dorsman (1955) is Bijzonder hoogleraar Universiteitsgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht.
Pieter van Hees bezorgde eerder de briefwisseling tussen Gerretson en Geyl was tot zijn pensionering als historicus verbonden aan de Universiteit Utrecht.
Gespreksleider: Bart van den Bosch
Radio Oranje slaagde er tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwelijks in zijn stempel te drukken op de houding van de bevolking in bezet Nederland. De zender was niet van doorslaggevend belang voor het verzet tegen de Duitsers, maar versterkte dit op z'n best. Deze conclusies trekt historicus Onno Sinke in Verzet vanuit de verte. De behoedzame koers van Radio Oranje, waarop hij in april promoveerde. Pas na de oorlog zou de zender een symbool van verzet tegen de Duitsers worden.
Radio Oranje was het belangrijkste medium om de bevolking in bezet Nederland te bereiken. Als regeringsomroep en als radiostation waarop de toespraken van koningin Wilhelmina te horen waren, had Radio Oranje een gezag dat andere radiostations ontbeerden. De taken van Radio Oranje waren het bestrijden van de Duitse propaganda, het stimuleren van het geloof in de bevrijding van Nederland en het aanmoedigen van het verzet tegen de Duitse bezetter.
Sinke beschrijft hoe de onervaren medewerkers, onder wie de latere historicus L. de Jong, worstelden bij de uitvoering van hun taak. Vooral in de eerste jaren bleef de toon van de uitzendingen uit voorzichtigheid buitengewoon behoedzaam – volgens Sinke deels op aansporen van koningin Wilhelmina, die vreesde voor Duitse represailles. In Londen had men een weinig accuraat beeld van de toestand in bezet Nederland en was het moeilijk om de stemming onder de bevolking te peilen. En de uitzendingen hadden alleen succes wanneer ze aansloten bij het dominante gedrag en de heersende stemming van de bevolking op dat moment, stelt Sinke.
Was Radio Oranje echt zo weinig effectief? En hoe onderzoek je dat eigenlijk, zestig jaar na dato? Een gesprek met Onno Sinke over taak, gebruik en effectiviteit van Radio Oranje.
Onno Sinke (1978) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn doctoraalscriptie over Radio Oranje werd genomineerd voor de Nationale Scriptieprijs 2004. Sinke promoveerde in april bij het Biografie Instituut aan de Rijksuniversiteit Groningen op Verzet vanuit de verte. De behoedzame koers van Radio Oranje. De handelseditie verscheen bij uitgeverij Augustus.
Interviewer: Joop Hopster
Het Historisch Café van woensdag 11 november wordt mede mogelijk gemaakt door Athenaeum Boekhandel (www.athenaeum.nl). Athenaeum Boekhandel biedt de mogelijkheid de te bespreken titels aan te schaffen tijdens dit Historisch Café.
Boekentips van Athenaeum Boekhandel:
Lees ook op de website van Athenaeum: