De toestroom van vreemdelingen is niet nieuw. Problemen met baldadige jongeren evenmin. Criminaliteit en het optreden van de justitie waren ook in het verleden niet onbesproken. Frans Thuijs verbindt in fragmenten de problemen van vroegmoderne migratie, de criminalisering van marginale vreemdelingen, de criminaliteit en het optreden van de justitie met de eenentwintigste-eeuwse actualiteit.
Frans Thuijs (1942) promoveerde twee jaar geleden aan de Vrije Universiteit op De Ware Jaco. Jacob Frederik Muller, alias Jaco (1690-1718), zijn criminele wereld, zijn berechting en zijn leven na de dood (Hilversum, Verloren, 2008). Deze Jaco is de naamgever aan het apocriefe Fort van Sjaco en kent een nog schimmiger verbinding met de gelijknamige boekhandel in de Jodenbreestraat.
De Eerste Wereldoorlog wordt gezien als de Mutterkatastrophe van de 20e eeuw, maar tevens als een literaire oorlog. Het gedicht "In Flanders Fields" en dichters als Wilfred Owen en Siegfried Sassoon genieten nog steeds grote bekendheid. Zij vormen natuurlijk slechts het topje van een poëtische ijsberg. In Europa Europa. Over de dichters van de Grote Oorlog probeert Geert Buelens te belichten hoe bijvoorbeeld Rainer Maria Rilke, Fernando Pessoa, Paul van Ostaijen, Anna Achmatova, Vladimir Majakovski, Giuseppe Ungaretti en Guillaume Apollinaire de oorlog hebben beleefd en beschreven. Hij laat zien hoe gedichten dienden als propagandamiddel, maar ook om te experimenteren met nieuwe vormen en ideeën.
Waarom leidde juist de Eerste Wereldoorlog tot zo'n vloed aan gedichten? Welke rol speelden deze dichters in de cultuuromslag, die de Eerste Wereldoorlog vormde – en hadden ze hoofdzakelijk een culturele impact, of ook een sterk politieke? Over deze en andere vragen zullen we spreken met Geert Buelens.
Geert Buelens (1971) is sinds 2005 verbonden aan de Universiteit van Utrecht als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde, en tevens dichter en essayist. Eerder was hij werkzaam aan de Universiteit van Antwerpen. In 2001 publiceerde hij Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, een studie die werd bekroond met de Vlaamse Cultuurprijs voor Essay en Kritiek en de Literaire Prijs voor Essay van de Provincie Antwerpen. Onlangs verscheen van zijn hand Europa Europa. Over de dichters van de Grote Oorlog.
Interviewer: Mihai Popa
Waarom doen we dat eigenlijk, vredesmissies? Wat willen we er precies mee bereiken, en hoe haalbaar zijn die doelen? Wat leren ervaringen uit het verleden (zoals Somalië, Rwanda, Srebrenica) ons over wat we niet moeten doen – zowel in de besluitvorming voorafgaand aan een vredesmissie als in de verantwoording na afloop? Hoe belangrijk is het dat ministers aftreden in dit soort situaties? Leren we (politici, militairen) daadwerkelijk van deze slechte ervaringen, of is dat slechts een papieren illusie – en waarom? Wat gaat het Irak-onderzoek opleveren, en hebben we daar iets aan? Over deze en andere vragen zullen we spreken met Christ Klep en Mient Jan Faber.
Christ Klep is historicus, gespecialiseerd in defensievraagstukken, internationale (vredes)operaties, mensenrechten en contemporaine geschiedenis. Van 1992-2000 was hij als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de militair-historische afdeling van de Koninklijke Landmacht. Vervolgens werkte hij als freelance onderzoeker en docent, onder meer bij het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) en University College Middelburg. Sinds 2003 is hij als docent-onderzoeker werkzaam bij het Instituut Geschiedenis (Geschiedenis Internationale Betrekkingen) van de Universiteit Utrecht. Hij publiceerde onder andere over de Tweede Wereldoorlog (De bevrijding van Nederland 1944-1945. Oorlog op de flank, Sdu Uitgevers 1995, met B. Schoenmaker eds.) en internationale (vredes)operaties (onder andere Van Korea tot Kabul. De Nederlandse deelname aan vredesoperaties sinds 1945, Sdu Uitgevers 2002, met R. van Gils). Dit jaar verscheen bij uitgeverij Boom zijn dissertatie Somalië, Rwanda, Srebrenica. De nasleep van drie ontspoorde vredesmissies.
Mient Jan Faber (1940) is bijzonder hoogleraar "Human Security in War Situations" aan de Vrije Universiteit. Hij is ooit opgeleid tot mathematicus en promoveerde in 1974 op The Metrizability of Generalized Ordered Infinite dimensional Spaces. In plaats van hoogleraar wiskunde te worden, werd hij nog in datzelfde jaar algemeen secretaris van het IKV en hield hij zich in de daaropvolgende decennia bezig met Koude en Hete Oorlogen. Hij heeft veel gepubliceerd, waaronder het boek Srebrenica, de genocide die niet werd voorkomen. Sinds 2003 is hij verbonden aan de VU en zijn onderzoeksgebied ligt in het Midden-Oosten (Irak en Gaza in het bijzonder).
Gespreksleiding: Joop Hopster
Het Historisch Café van woensdag 8 april wordt mede mogelijk gemaakt door uitgeverij Boom (www.uitgeverijboom.nl) en Athenaeum Boekhandel (www.athenaeum.nl). Athenaeum Boekhandel biedt de mogelijkheid de te bespreken titels aan te schaffen tijdens dit Historisch Café.
Boekentips van Athenaeum Boekhandel: