Hans Oranje (1940) was docent klassieke talen in Amstelveen (Hermann Wesselink College) en vanaf 1973 aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij promoveerde op De Bacchae van Euripides. Het stuk en de toeschouwers; de Engelse editie (The Bacchae of Euripides. The Play and its Audience, Leiden 1984) wordt soms nog antiquarisch aangeboden. Sinds 1983 schrijft hij theaterkritieken voor Dagblad Trouw en bespreekt hij boeken op het terrein van de klassieke oudheid.
In 1919 krijgt de Maastrichtse journalist George Nypels (1885-1977) carte blanche van het Algemeen Handelsblad om als reiscorrespondent de brandhaarden van Europa te bezoeken. De gentleman-avonturier laat zich de kortstondige radenrepubliek van Hongarije binnensmokkelen, dringt als eerste bourgeois journalist door tot het Rode Moskou, spreekt de fascistische hoofdredacteur Benito Mussolini, ontmoet als eerste Europese journalist de Turkse rebellenleider Mustafa Kemal en ziet met een mengeling van zorg en fascinatie in maart 1923 (!) de jonge Adolf Hitler furore maken in de bierkelders van München: 'Ik heb Hitler onlangs gehoord. Drie volle uren lang heb ik hem dingen horen vertellen waarvan slechts een zéér klein percentage me sympathiek was. En toch heb ik me geen ogenblik verveeld.'
Cultuurhistoricus Henk van Renssen (1971) werkte jarenlang als redacteur voor de Volkskrant en is nu eindredacteur bij Vrij Nederland. Per toeval stuitte hij in een antiquariaat op de naam van George Nypels. Hij ging op onderzoek en ontdekte een unieke journalistieke carrière van een man die na de oorlog totaal in vergetelheid is geraakt. In De revolutieverzamelaar. George Nypels, reiscorrespondent tussen de wereldoorlogen kruipt hij in de huid van de oorlogscorrespondent en brengt met diens eigenzinnige ooggetuigenverslagen de fascinerende revolutionaire wordingsgeschiedenis van het moderne Europa tot leven.
In het kielzog van de tweede feministische golf ontstond in de jaren zestig de vrouwengeschiedenis als aparte historische discipline. Vrouwenstudies houdt zich bezig met zaken met betrekking tot vrouwen en vandaaruit met de verhouding tussen de seksen. Wat voor nut heeft deze discipline anno 2007?
Onlangs schreef Jolande Withuis het boek De vrouw als mens. De mythe van het sekseverschil. Aan de hand van enkele geschiedenissen van vrouwen van vlees en bloed wil Withuis aantonen dat het sekseverschil niet bestaat. Als het echter zo is dat het sekseverschil een historische en culturele constructie is, waarom dan een boek uitsluitend over vrouwengeschiedenissen? Jolande Withuis en Simone Kennedy-Doornbos gaan naar aanleiding van het boek van Withuis in debat. Bestaat het sekseverschil nu niet of is dat slechts een utopie?
Jolande Withuis schreef onlangs De vrouw als mens. De mythe van het sekseverschil. Zij is als sociologe verbonden aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.
Simone Kennedy-Doornbos studeerde medische biologie en politicologie en is momenteel lid van de gemeenteraadsfractie van de Christenunie in Amersfoort.