Archief - HC woensdag 6 juni 2007

Beschrijving van het programma

20.00 – Randy Newman's 'Great Nations of Europe' – Opening door Wybren Verstegen

Het nummer en de tekst van Great Nations of Europe van Randy Newman en een korte uitweiding van Wybren Verstegen over dit nummer en de opmerkelijke overeenkomsten met het boek Ecological Imperialism van Alfred Crosby.

Dr. Wybren Verstegen is universitair docent Economische en Sociale Geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en een van de organisatoren van de Fourth Conference on Environmental History (5-9 juni 2007 aan de VU) van de European Society for Environmental History (ESEH).

20.10 – The history of birds and bees, or how to misunderstand environmental history – Column door Verena Winiwarter

Prof. Verena Winiwarter is hoogleraar Environmental History aan de universiteit van Klagenfurt en co-editor (met John McNeill) van het boek Soils and Societies: Perspectives from Environmental history (2006) en co-auteur (met Martin Knoll) van Umweltgeschichte. Eine Einführung (2007).

20.20 – The ABC of environmental history – Interview met Mark Stoll

Prof. Mark R. Stoll is Associate Professor aan de Texas Tech University (Lubbock, Texas) met als interessegebieden environmental history, religious history, intellectual and cultural history. Ook is hij editor van de reeks Nature and Human Societies (ABC-Clio, California, 2005-2008, 11 delen).

21.00 uur – Pauze

21.15 uur – Bloody foreigners through the ages – Debat met Peter Coates en Rob Leewis

Dr. Peter Coates is Reader in American and Environmental History in the Department of Historical Studies at the University of Bristol, UK. Hij publiceerde o.a. de boeken Nature. Western Attitudes Since Ancient Times (1998), Salmon (2006) en American Perceptions of Immigrant and Invasive Species: Strangers on the Land (2007).

Dr. Rob Leewis is marien bioloog, duiker en onderwaterfotograaf. Hij werkte zo'n 15 jaar in verschillende functies bij Rijkswaterstaat, en vervolgens (tot 2005) bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), als onderzoekscoördinator en adviseur voor de overheid. Sinds 1991 heeft hij een bedrijfje (Thalassa Picture Services), dat gespecialiseerd is in onderwaterfotografie en in consultancy on aquatic environmental matters worldwide. Leewis nam deel aan verscheidene onderwaterarcheologie-projecten. Tegenwoordig is hij voorzitter van de Werkgroep Exotische Soorten, en als gastonderzoeker verbonden aan het Nationaal Natuurhistorisch Museum 'Naturalis', waar hij zich richt op exotische soorten in Nederland. Leewis is co-auteur van het boek Biological Globalisation (2007).

22.00 – Nabomen in café P96

Met dank aan

Het Historisch Café van woensdag 6 juni wordt mede mogelijk gemaakt door Athenaeum Boekhandel (www.athenaeum.nl).

Athenaeum Boekhandel biedt de mogelijkheid de te bespreken titels aan te schaffen tijdens dit Historisch Café.

Naar de archiefindex Naar boven

Verslag

Opening

Wybren Verstegen opende het Historisch Café op muzikale wijze. Hij wees op de grote overeenkomsten tussen het lied Great Nations of Europe van Randy Newman en het boek Ecological Imperialism van Alfred Crosby. De Europeanen besmetten de Indianen met nare ziektes en ze profiteerden van de Amerikaanse gewassen.

Column

Onder de fraaie titel 'The history of birds and bees, or how to misunderstand environmental history' legde Verena Winiwarter uit wat milieugeschiedenis niet is. Ten eerste simplificeert milieugeschiedenis het verleden niet: het milieu determineert de menselijke geschiedenis niet. Ten tweede is milieugeschiedenis geen geschiedenis van de natuur. Wat is milieugeschiedenis dan wel? Het gaat in ieder geval over de interactie tussen mens en natuur.

Interview

Mark Stoll wordt in het eerste gedeelte van het interview voornamelijk bevraagd over zijn oudere boek Protestantism, Capitalism, and Nature in America (1997). In dit boek staat de vraag centraal hoe religie de milieubeweging in Amerika heeft gevormd. De milieubeweging is namelijk een sterk morele beweging en die moraal moet ergens vandaan komen. Veel milieuactivisten waren aanvankelijk streng religieus, vaak presbyteriaans. Op een gegeven moment hadden ze echter minder behoefte aan het belijden van hun geloof in een kerk. In plaats daarvan ontwikkelde zich een mystieker geloof. In de natuur heeft men het gevoel dichtbij God te zijn en daarom vinden ze het belangrijk om het milieu te beschermen. Stoll merkt op dat zijn eigen levensgeschiedenis goed in deze trend past. Andere voorbeelden van presbyteriaanse milieuadepten zijn Edward Wilson en Al Gore. Katholieken zie je juist weinig in de milieubeweging.

Het geloof beïnvloedt hoe dan ook de kijk op het milieu. Calvinisten hebben een bijzondere plek in de milieubeweging. Weber merkte de belangrijke rol van calvinisten in de opbouw van het kapitalisme al op. Door het kapitalisme is de milieuvervuiling toegenomen. Misschien voelen calvinisten zich daarom verantwoordelijk voor een beter milieu. Ze bedreigen en beschermen het milieu in gelijke mate. Verder is de natuur door God gemaakt en staat die daarom voor het goede en het pure, terwijl de mens in principe zondig is. Elk land en elk geloof heeft zijn eigen plaats in de milieubeweging. In zijn oude boek heeft Stoll zich voornamelijk geconcentreerd op calvinisten. In zijn nieuwe boek wil Stoll uitgebreider ingaan op de plaats van andere religies in de milieubeweging.

Het tweede gedeelte van het interview gaat over Stolls werk als redacteur van de reeks Nature and Human Societies (2005-2008, 11 delen). Deze serie beoogt een wereldwijd overzicht te geven van de stand van zaken op het gebied van milieugeschiedenis. Milieugeschiedenis kwam op in de jaren zeventig in de Verenigde Staten. In de jaren tachtig en negentig verspreidde het zich naar Europa. Met het begin van de 21e eeuw werd het een wereldwijde tak van de geschiedwetenschap. Dit zie je nog een beetje terug in de reeks: zo gaan er maar liefst vier delen over de VS. Het boek over West Europa was lastig samen te stellen, omdat er geen historici waren die thuis waren in alle Europese wetenschappelijke tradities - hierom heeft het boek maar liefst vijf auteurs.

Wat voor inzichten heeft de serie eigenlijk opgeleverd? Het voornaamste is dat de mens een slechte buur blijkt te zijn. Overal waar de mens komt, sterven planten en dieren snel uit. Een uitzondering op de regel is Afrika. De mens, aldaar ontstaan, verliet het continent omdat het milieu de mens zo slecht gezind was. In Nature and Human Societies gaat het om de vraag hoe de mens de natuur veranderde. De mens deed dat al voordat hij landbouw ging bedrijven. Zo brandden Indianen de grond af om deze vruchtbaar te maken. De Aboriginals leefden in harmonie met de natuur voordat de Europeanen kwamen. Daarna worstelden ze met de omgang met nieuwe dieren en gewassen. Volgt het verhaal van mens en natuur eigenlijk wereldwijd steeds hetzelfde patroon? Nee. Bepaalde soorten dieren hebben het op de ene plek moeilijk, maar op de andere niet.

Hoe verhoudt milieugeschiedenis zich eigenlijk tot 'de geschiedenis'? Het milieu heeft een grote weerslag op de mens. Veel beschavingen gingen ten onder aan slecht weer. Soms staan cultuur en natuur echter ook ver van elkaar af. Je ziet tegenwoordig dat ook het milieu is geglobaliseerd. Een bekend voorbeeld is de aankomst van Europeanen in Amerika. Zij namen veel ziektes mee waar de Indianen geen weerstand tegen hadden. In Amerika waren namelijk geen gedomesticeerde beesten en dus hadden Indianen weinig weerstand tegen de ziektekiemen die dergelijke dieren met zich meedroegen. Europeanen hadden hier resistentie tegen ontwikkeld.

Zijn religieuze mensen niet juist blij met een vervuilde wereld? wil iemand uit het publiek tot slot weten. God heeft immers ook de industrialisatie gemaakt. Misschien, meent Stoll. Het is echter vooral zo dat calvinisten gebukt gaan onder zondelast en dus niet bepaald gelukkig zijn. Misschien dat ze vanuit hun woede daarover zulke goede activisten zijn.

Debat

Onder het motto 'Bloody foreigners through the ages' kruisten Peter Coates en Rob Leewis de degens over de vraag of buitenlandse dieren en planten nu goed of slecht zijn. Coates stak van wal naar aanleiding van een pot van zijn geliefde pindakaas, die hij niet langs de douane kreeg. Pindakaas is een typisch product van de globalisering. De pinda komt oorspronkelijk uit Afrika, en kwam via het Engelse Bristol in het zuiden de VS terecht, waar het op de plantages als eten voor slaven diende. Tijdens de Burgeroorlog ontdekten de Yankees het. Een voormalige slaaf merkte dat ze het lekker vonden en begon een pindakaasfabriek. Al het voedsel is tegenwoordig geglobaliseerd, maar niet gevaarlijk.

Leewis brengt daar tegenin dat lokaal voedsel wel degelijk bestaat. Of het welkom is of een plaag, hangt vervolgens van veel factoren af. Bijvoorbeeld of het bewust ergens wordt geïntroduceerd of niet. Hoewel het ook weer niet zo is dat iets wat per ongeluk een land binnenkomt, altijd schadeloos is: denk bv. aan de pokken. Coates meent dat het over het algemeen zo is dat dieren of planten die elders worden geïntroduceerd, geen natuurlijke vijanden meer hebben en zich daarom snel kunnen voortplanten. Soms worden ze dan een plaag. Leewis zegt dat dieren of planten alleen een plaag kunnen worden als ze in een gunstige habitat terechtkomen.

Hierop zegt Coates dat het wel heel makkelijk is om dieren de schuld te geven: de mens is verantwoordelijk! Het is wonderlijk dat er in dezelfde termen over menselijke en dierlijke migranten wordt gesproken. We zoeken zondebokken die onze habitat of onze banen inpikken en dat is nationalistisch. Een voorbeeld is de Amerikaanse eekhoorn die 'onze' Europese eekhoorn haast heeft verdrongen. Leewis meent dat het niet zo eenvoudig is. Ecologie stopt immers niet bij de staatsgrenzen. Coates reageert door aan te geven dat er ook veel inheemse dieren zijn die een plaag worden, bijvoorbeeld de coyote in de VS.

Het is hoe dan ook moeilijk om de globalisering van het milieu te stoppen. Talloze dieren en planten reizen met de mens mee, bijvoorbeeld aan de onderkant van boten. Als dieren en planten in een gunstige omgeving terechtkomen, kunnen ze zich makkelijk verspreiden. Leewis geeft toe dat dit vaak een verrijking is, maar niet altijd. Coates zegt dat dit teveel vanuit de mens is geredeneerd. Bovendien zijn de argumenten vaak niet rationeel, maar juist zeer emotioneel. Daarnaast zijn er veel voorbeelden van binnendringende dieren of gewassen die eerst een plaag leken, totdat het natuurlijke evenwicht zich vanzelf had hersteld. Voorbeelden hiervan zijn de waterpest en de mus.

Paula van Rooij

Naar de archiefindex Naar boven

Karikatuur

Historisch Café 06-06-2007 - karikatuur door Gijs Sevenhuijsen

Naar de archiefindex Naar boven

Foto´s

U vindt hier een foto-impressie van het Historisch Café van 6 juni 2007. Klik op de foto´s om een grotere versie te bekijken.

Historisch Café 06-06-2007 - foto 1 Historisch Café 06-06-2007 - foto 2 Historisch Café 06-06-2007 - foto 3 Historisch Café 06-06-2007 - foto 4
Historisch Café 06-06-2007 - foto 5 Historisch Café 06-06-2007 - foto 6 Historisch Café 06-06-2007 - foto 7 Historisch Café 06-06-2007 - foto 8
Historisch Café 06-06-2007 - foto 9 Historisch Café 06-06-2007 - foto 10 Historisch Café 06-06-2007 - foto 11 Historisch Café 06-06-2007 - foto 12
Historisch Café 06-06-2007 - foto 13 Historisch Café 06-06-2007 - foto 14 Historisch Café 06-06-2007 - foto 15 Historisch Café 06-06-2007 - foto 16
Historisch Café 06-06-2007 - foto 17 Historisch Café 06-06-2007 - foto 18

Foto´s: Karel Bettink

Naar de archiefindex Naar boven