Archief - HC zaterdag 11 april 2007

Beschrijving van het programma

20.00 – De historicus als mens – Column door Frans Smits

Historici oordelen vrijmoedig over mensen, vaak dode mensen - maar wat is de historicus eigenlijk zelf?

Frans Smits is hoofdredacteur van het Historisch Nieuwsblad.

20.15 – Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme in West-Europa – Interview met Tine de Moor en Jan Luiten van Zanden

cover van Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme in West-Europa In hun boek Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme in West-Europa (uitgeverij Boom, 2006) zoeken Tine de Moor en Jan Luiten van Zanden een verklaring voor het ontstaan en de werking van het zogenaamde Europees huwelijkspatroon, gekenmerkt door een relatief hoge huwelijksleeftijd en een relatief hoog percentage ongehuwden – beide gevolg van een 'modern' huwelijk, gebaseerd op onderlinge affectie en de vrije keuze van beide partners. Maar hoe is het ontstaan? En wat waren de regels van het 'spel'?

De auteurs stellen dat de kerkelijke doctrine in de late middeleeuwen inhield dat wederzijdse instemming nodig – en afdoende – was om te kunnen huwen. Dit impliceerde niet alleen een grotere gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, maar ook tussen generaties: het vaderlijk gezag was veel minder sterk dan in huwelijkssystemen waarin toestemming van de vrouw niet nodig was. Resultaat van dit relatief zwakke ouderlijk gezag was neolokaliteit: gehuwden bleven niet bij familie inwonen, maar begonnen direct een eigen huishouden.

Daarnaast betogen ze dat de erfrechtelijke positie van vrouwen in het Noordzee-gebied sterker was dan in bijvoorbeeld Zuid-Europa. Ook dit droeg bij aan een gelijkwaardiger machtsverhouding tussen man en vrouw, en tussen generaties.

De hoge reële lonen van de late middeleeuwen bevorderden de opkomst en snelle expansie van een arbeidsmarkt, waarin loonarbeid steeds belangrijker werd. De Zwarte Dood vormde een katalysator in dit proces: vanaf 1348 werd arbeid snel schaarser en stegen de lonen – voor vrouwen nog sterker dan voor mannen. Het Europees huwelijkspatroon was volgens de auteurs een belangrijke grondslag voor de snelle economische groei van West-Europa in de eeuwen na 1500.

Was de kerkelijke doctrine echt zo invloedrijk in de late middeleeuwen? Was neolokaliteit alleen specifiek voor het Noordzee-gebied, en waarom? Hoe zijn de verschillen in het vermogensoverdrachtssysteem ontstaan? En tenslotte: verklaart dit boek afdoende waarom dit het Europees huwelijkspatroon wel in het Noordzee-gebied, maar elders niet ontstond? Over deze en ander vragen zullen we spreken met beide auteurs.

Tine de Moor (1975) is postdoc onderzoekster bij het Onderzoekscentrum voor Geschiedenis en Cultuur (OGC) van de Universiteit Utrecht.

Jan Luiten van Zanden (1955) is hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). In 2003 ontving hij de NWO-Spinozapremie.

-> Het boek Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme in West-Europa verscheen bij uitgeverij Boom.

21.00 uur – Pauze

21.15 uur – Christiaan Snouck Hurgronje, Mekka en Atjeh – Gesprek met Karel Steenbrink

De Leidse geleerde Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) geldt als een van de grootste Nederlandse islamologen. In 1885 liet hij zich besnijden en bekeerde hij zich zelfs tot de Islam om vervolgens als Abd al-Ghaffar Mekka te kunnen bezoeken. Hij schreef vervolgens een indrukwekkend ooggetuigeverslag (in het Duits), dat nu voor het eerst in het Nederlands is vertaald door Jan Just Witkam: Mekka (Amsterdam, Atlas, 2007). Witkam schreef hierin ook een uitvoerige 'inleiding' (ruim 180 pagina's), die veel nieuwe gegevens, afkomstig uit recente geopende archieven, over Snouck bevat. Het boek is voorzien van vele foto's die Snouck in Mekka maakte. Het is nog steeds een unieke beschrijving van de Mekkaanse maatschappij in al haar facetten: het openbare en huiselijke leven van de inwoners, de werking van de Mekkaanse universiteit en – voor Nederland nog steeds relevant – het leven van de Indonesiërs in Mekka.

Snouck wordt niet alleen bewonderd, hij is ook omstreden. Enkele jaren later stelde hij zich in dienst van het bewind in Nederlands Indië, waar hij adviseerde bij de strijd in Atjeh door generaal Van Heutsz, maar ook een wetenschappelijke studie over de Atjehers schreef. Liet de geleerde zich gebruiken door de politiek? Of gebruikte Snouck overheidsopdrachten om zijn eigen wetenschappelijke studies te kunnen uitvoeren? Was zijn houding ten opzichte van moslims nu emancipatorisch of betuttelend of beide tegelijk? Hoe plaatsen we hem in het door Edward Said gestarte oriëntalismedebat? In Mekka liet hij een slavin achter en in Nederlands Indië vrouw en kinderen om vervolgens in Nederland – hij werd hoogleraar Arabisch in Leiden – opnieuw in het huwelijk te treden.

Snouck Hurgronje was een uiterst boeiende man, dat is zeker, maar wie was deze grote geleerde nu eigenlijk? Welke invloed oefende hij uit op de Nederlandse visie op de islam en op Nederlands grootste kolonie? Een debat over Christiaan Snouck Hurgronje is nu actueler dan ooit.

Karel Steenbrink (1942) is emeritus-hoogleraar interculturele theologie aan de Universiteit Utrecht. Hij doceerde in de jaren tachtig in Jakarta en Yogyakarta onder meer het vak oriëntalisme, waarbij hij westerse Koran-exegese voor islamitische studenten behandelde. Hij publiceerde onder meer De Jezusverzen in de Koran (Zoetemeer, 2006) en De korte hoofdstukken van de Koran (Zoetermeer, 2002). Hij schreef over 'Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) en Atjeh' in Atjeh. De verbeelding van een koloniale oorlog (Amsterdam, 2001) onder redactie van Liesbeth Dolk.

22.00 – Borrel naar believen in café P96

Met dank aan

Het Historisch Café van woensdag 11 april wordt mede mogelijk gemaakt door uitgeverij Boom (www.boomsun.nl) en Athenaeum Boekhandel (www.athenaeum.nl).

Athenaeum Boekhandel biedt de mogelijkheid de te bespreken titels aan te schaffen tijdens dit Historisch Café.

Naar de archiefindex Naar boven

De historicus als mens

Geachte toehoorders:

Komt een bekend historicus bij de dokter. De dokter, een psychiater richting psychoanalyse vraagt: 'Als u de liefde bedrijft, heeft u dan het gevoel dat u vrouw u wilt ontmannen?' De bekende historicus aarzelt even. Ja, hij herkent maar al te goed wat de dokter zegt. 'Ja', zegt hij dan, 'ik let erg op mijn penis als ik vrij'. Enig idee wie deze bekende historicus is?

In 1951 komt onze bekende historicus in de Amsterdamse Vijzelstraat toevallig enfant terrible en journalist Jacques Gans tegen. Deze had in de oorlog in Londen het Comité van Actie tegen het Neo-fascisme opgericht, om te waarschuwen voor de extreem-rechtse opvattingen die daar leefden onder de Nederlandse autoriteiten. Ook onze bekende historicus had deel uitgemaakt van het comité, maar op aandingen van minister-president Gerbrandy was hij eruit gestapt. Hij vertelde Gans dat hij zich diep schaamde voor zijn houding zeven jaar eerder en dat hem zoiets niet opnieuw zou overkomen. Gans antwoordde, zo schrijft onze bekende historicus in zijn herinneringen 'dat het hem plezier deed dat te horen'.

Onze bekende historicus was natuurlijk Loe de Jong.

Nu publiceerde ook Jacques Gans ooit zijn herinneringen en ook hij schrijft over deze ontmoeting met Loe de Jong, die overigens volgens Gans niet in de Vijzelstraat maar in café Américain plaatsvond. Volgens Gans zei De Jong: 'Ik was toen in Londen wel een beetje een zak'. Waarop Gans antwoordde: 'Maar dat ben je toch nog!'.

Geachte toehoorders, deze anekdotes leken me een mooi opstapje om het vanavond met u te hebben over de historicus als mens. Toen ik het onderwerp afgelopen paasdagen zat te overdenken, realiseerde ik me dat ik u vanavond met een heel naar gevoel naar huis zou sturen. Zo'n slecht mens wil ik niet zijn. Ik ga daarom nu een radicale draai aan mijn verhaal geven.

Geachte toehoorders, het gaat heel goed met geschiedenis! Afgelopen december vierde het Historisch Nieuwsblad zijn vijftienjarig bestaan. Het werd opgericht als protest tegen de braafheid in historische kring. Mijn voorganger als hoofdredacteur Jos Palm formuleerde het onlangs heel aardig: 'De eerste paar jaar vormde Historisch Nieuwsblad het georganiseerde wantrouwen van een zootje ongeregeld tegenover het geschiedkundig establishment'. Om het academische wereldje uit te dagen, publiceerde Historisch Nieuwsblad onoorbare lijstjes: welke historici zijn het meest productief, wie is het machtigst? Ze waren plagerig bedoeld, maar werden door de historici zeer serieus opgevat. In het archief van het Historisch Nieuwsblad bevinden zich tal van brieven van mensen die vonden dat ze te laag op de lijstjes stonden.

Overigens geen brief van de beroemde genodigde die na mij volgt: Jan Luiten van Zanden. Hij sierde in november 1996 de cover van Historisch Nieuwsblad, getooid in de ook in die tijd niet al te modieuze sociaal-economische slobbertrui. Van Zanden was toen de meest productieve historicus van Nederland. De conclusie van het onderzoek: historisch Nederland gaat aan productiviteit tenonder. Die conclusie was gebaseerd op een krankzinnige berekening: Een historicus die alleen al het werk van zijn Nederlandse vakbroeders wil bijhouden, moet per dag 216 pagina's lezen.

Historisch Nieuwsblad werd vooral opgericht om geschiedenis onder de mensen te brengen. Dat lukte pas gaandeweg en vooral nadat het blad in 2000 commercieel was gegaan. Tegenwoordig worden elke maand minimaal 15.000 exemplaren gedrukt, dat waren er in de begintijd hooguit 2.000.

Waarom gaat het zo goed met geschiedenis? Meestal wordt erop gewezen dat er veel meer belangstelling is door de Europese eenwording, door de millenniumwisseling, door het nieuwe patriottisme sinds Fortuyn en nog zo het een en ander. Wellicht. Zelf denk ik dat het vooral komt door een verbetering van het aanbod: meer toegankelijke geschiedenis voor een breed publiek.

Andere Tijden op televisie, OVT op de radio en – voeg ik er bescheiden aan toe – Historisch Nieuwsblad als tijdschrift met zijn satellieten: de Grote Geschiedenis Quiz en de Week van de Geschiedenis. Nog veel belangrijker zijn de heuglijke ontwikkelingen op boekengebied. Er zijn zeer leesbare journalisten die zich op geschiedenis gestort hebben: Geert Mak, Frank Westerman, Annejet van der Zijl, Judith Koelemeijer. Alle behalen met hun boeken enorme oplagen.

Koelemeijer werd onlangs in een interview gevraagd: vanwaar de enorme belangstelling voor geschiedenis? Ze zei: 'Het is nu zo dat een aantal journalisten zich tegelijk met geschiedenis is gaan bezighouden, en dat daar heel veel belangstelling voor is. Waarschijnlijk omdat die journalisten geschiedenis op een toegankelijker manier vertellen dan historici'. Dat is nogal gemeen van Koelemeijer en ook niet helemaal waar. Er zijn namelijk steeds meer serieuze historici die zich op een groot publiek richten met toegankelijke en oorspronkelijke boeken: Luuc Kooijmans, Luc Panhuysen, de oudgedienden Arie van Deursen en Henk Wesseling, Henk van Nierop en zelfs sociaal-economisch historici durven tegenwoordig leesbaar te schrijven, zie iemand als Maarten Prak.

Geachte toehoorders, de door castratie-angst beheerste Loe de Jong mag dan niet zo'n moedig mens geweest zijn, hij was wel een Groot Historicus. Met een omvangrijk en leesbaar oeuvre waarmee hij middenin de maatschappij stond. Terecht werd er in de jaren negentig een grote historische prijs voor het beste historische boek naar hem vernoemd. Frank Westerman won die prijs ooit voor zijn Graanrepubliek en Regina Grüter voor haar mooie boek over Weinreb. Helaas is de Loe de Jongprijs door geldgebrek een stille dood gestorven.

Ik heb een nieuwtje voor u. Pas over een week of twee zal het in de openbaarheid komen. Sinds een paar dagen is er een nieuwe grote historische prijs: de Historisch Nieuwsblad/Volkskrant Prijs voor het beste geschiedenisboek. Er is een geldbedrag aan verbonden van minstens 10.000 euro en de prijs zal voor het eerst uitgereikt worden tijdens de komende Nacht van de Geschiedenis op 20 oktober. We hopen met de prijs een verdere stimulans te geven aan het goede historische boek in Nederland en dat zal de geschiedenis zeker ten goede komen.

Ik hoop dat u mij het niet kwalijk neemt dat ik mijn verhaal helemaal heb omgegooid vanwege dit nieuws. Dank u wel.

Frans Smits, 11 april 2007

Naar de archiefindex Naar boven

Karikatuur

Historisch Café 11-04-2007 - karikatuur door Gijs Sevenhuijsen

Naar de archiefindex Naar boven

Foto´s

U vindt hier een foto-impressie van het Historisch Café van 11 april 2007. Klik op de foto´s om een grotere versie te bekijken.

Historisch Café 11-04-2007 - foto 1 Historisch Café 11-04-2007 - foto 2 Historisch Café 11-04-2007 - foto 3 Historisch Café 11-04-2007 - foto 4
Historisch Café 11-04-2007 - foto 5 Historisch Café 11-04-2007 - foto 6 Historisch Café 11-04-2007 - foto 7

Foto´s: Gijs Sevenhuijsen

Naar de archiefindex Naar boven