Archief - HC 14 februari 2007

Beschrijving van het programma

20.00 – Een bijdrage tot de 'Indische Canon' – Column door Ton van der Eyden

Tropenarts Theo van der Eyden werkte op Borneo, de Molukken en Java. Opgeroepen voor de strijd tegen de Japanse invasie, werd hij krijgsgevangen gemaakt. Daarna werkte hij in diverse Jappenkampen op Java en in Thailand (onder andere langs de Birma-spoorlijn). Zijn gezin kwam in Jappenkampen terecht. Van zijn zoon Ton verscheen onlangs Arts en gezin in de Oost (1928-1946) (Walburg Pers, 2006) met de memoires van Theo van der Eyden, en met een verslag van het gezinsleven zoals het was in Nederlands-Indië. Een bijstelling van het algemene vooroordeel over Indië is noodzakelijk.

Ton van der Eyden (1934), jurist en econoom, publiceerde Overheidskunde en overheidswetenschap (dissertatie, 1980). Hij was werkzaam als docent bestuurskunde, wethouder van Amsterdam en ziekenhuisdirecteur. Van zijn hand verscheen eerder Public management of society. Rediscovering French institutional engineering in the European context (2003).

20.15 – Ooggetuigen van de Eerste Wereldoorlog –Interview met Marcel Stuivenga en Willem Melching

cover van Ooggetuigen van de Eerste WereldoorlogDe gruwelen van de Eerste Wereldoorlog en de eindeloze loopgravenstrijden met miljoenen slachtoffers staan nog steeds in het geheugen van Europa gegrift. Wat een korte en heroïsche oorlog moest worden, werd een jarenlange martelgang. Marcel Stuivenga en Willem Melching schreven Ooggetuigen van de Eerste Wereldoorlog in meer dan honderd reportages (Bert Bakker, 2006). Hierin hebben ze ruim tweehonderd dagboekfragmenten, brieven, krantenberichten en enkele officiële documenten bij elkaar gebracht. Beroemdheden als Franz Kafka, Adolf Hitler, Siegfried Sassoon, Robert Graves en natuurlijk de keizers Willy & Nicky komen aan het woord, maar ook veel gewone (al dan niet anonieme) soldaten en een enkele huisvrouw. De fragmenten zijn chronologisch geordend en voorzien van - naar eigen zeggen - 'tamelijk sublieme inleidingen', zodat ze een begrijpelijk en doorlopend verhaal vormen.

Willem Melching is historicus aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van het veelgeprezen Van het socialisme, de dingen die voorbij gaan. Een geschiedenis van de DDR.

Marcel Stuivenga won in 2004 de Scriptieprijs voor Iers niemandsland, een studie over Ierse vrijwilligers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Sindsdien is hij als freelancehistoricus werkzaam voor diverse musea en onderwijsinstellingen.

-> Boeken van Willem Melching & Marcel Stuivenga bij uitgeverij Bert Bakker.

21.00 uur – Pauze

21.15 uur – De nieuwe White Man's Burden? – Debat over internationale democratiebevordering met André Gerrits en Jan Breman.

cover van Democratie door interventieKun je de democratie in andere landen bevorderen, ook na het debacle in Irak en de voortdurende problemen in landen als Liberia, Sierra Leone en Afghanistan? Hebben wij wel het recht om ons in naam van ons idee van democratie te bemoeien met de politieke aangelegenheden van andere staten? Jazeker wel, betoogt André Gerrits in zijn nieuwe boek Democratie door interventie, tenminste als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Gerrits pleit voor een 'pragmatisch idealisme', dat zowel recht doet aan de lokale omstandigheden als aan de concrete mogelijkheden van de internationale gemeenschap. Niet de ethische motivatie, maar de praktische gevolgen geven daarbij de doorslag. Jan Breman, die zijn hele leven de gevolgen van kolonialisme, uitbuiting en patronage in Azië heeft bestudeerd, heeft voorzichtig gezegd zo zijn twijfels.

André Gerrits (1958), historicus, is als hoofddocent Oost-Europese geschiedenis verbonden aan de opleiding Europese Studies van de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde op The failure of authoritarian change. Reform, opposition and geo-politics in Poland in the 1980s (Darthmouth 1990). Zijn nieuwe boek Democratie door interventie. De nieuwe White Man's Burden verscheen onlangs bij Amsterdam University Press (Amsterdam 2006). Eerder publiceerde hij bij dezelfde uitgever Een bizar experiment. De lange schaduw van de Sovjet-Unie (1917-1991) (Amsterdam 2001).

Jan Breman (1936) is emeritus hoogleraar Sociologie aan het Centrum voor Azië Studies aan de Amsterdam School of Social Science Research, Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde onder meer Labour bondage in West India. From past to present (New Delhi, Oxford University Press, 2007), The making and unmaking of an industrial working class. Sliding down the labour hierarchy in Ahmedabad, India (2003), Op weg naar een slechter bestaan (2001) en samen met Arvind Das en Ravi Agarwal Down and out. Labouring under global capitalism (2000), alle verschenen bij Amsterdam University Press.

-> Boeken van André Gerrits en Jan Breman bij Amsterdam University Press.

22.00 – Nabomen in P96

Met dank aan

Het Historisch Café van februari wordt mede mogelijk gemaakt door uitgeverij Bert Bakker (www.pbo.nl), Amsterdam University Press (www.aup.nl) en Athenaeum Boekhandel (www.athenaeum.nl).

Athenaeum Boekhandel biedt de mogelijkheid de te bespreken titels aan te schaffen tijdens het Historisch Café.

Naar de archiefindex Naar boven

Smakelijk Indisch: Een bijdrage tot de 'Indische Canon'

Het is tijd voor historisch onderbouwde, genuanceerde analyses over de laatste halve eeuw van Indië. Te vaak worden Indië en Indonesië ten onrechte door elkaar gehaspeld, zelfs door historici. Indonesië bestaat formeel-feitelijk pas sinds 17 augustus 1945; daarvóór was er sprake van Nederlandsch-Indië als integraal onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, Oost-Indië. Wij moeten onbevooroordeeld durven kijken naar dit Indië, waarover veelal een negatief beeld bestaat met connotaties als kolonialisme en uitbatende uitbuiting. We vallen met de Indische deur in huis: natuurlijk wijzen wij alle negatieve nevenverschijnselen van het koloniale systeem af. Ook de excessen, waarover is gerapporteerd in historisch materiaal. Ook het dekolonisatieproces had schandelijke aspecten. Nederland moet zich daarvoor schamen.

Zonder deze feiten te minimaliseren, is er reden voor een meer evenwichtige zienswijze over de laatste halve eeuw van de relatie van Nederland en Indië. In de omstandigheden en existentiële context van toen hebben Nederlanders ook veel goeds gedaan in de Gordel van Smaragd. Het Gouvernement, maatschappelijke organisaties, missie, zending en particulieren hebben vele goede zaken tot stand gebracht (infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid, technologie etc.). Nederland gaf toen met een klein aantal personen leiding in een zeer uitgestrekte archipel met een onvoorstelbare ethnisch-culturele diversiteit met vele miljoenen mensen, onder primitieve omstandigheden in een tropisch klimaat. Het was een noodzaak, dat in de samenleving van Totoks, Indo-Europeanen en Inlanders vele inheemse structuren met publieke autoriteit en inheemse mensen werden gehandhaafd (sultans, inheemse vorsten etc.).

Er waren diverse opstandige bewegingen, die al of niet met geweld optraden (óók tegen elkaar!), waartegen het Gouvernement al of niet met geweld optrad. Daarbij zijn van beide kanten mensonwaardige dingen gebeurd. In het Nederlandse beleid kreeg de met de 'ethische politiek' beoogde welvaartsbevordering meer aanhang. Historisch gezien, heeft Nederland te laat en op een verkeerde wijze gedekoloniseerd. Na de verschrikkingen van de Japanse bezetting - in de Jappenkampen, maar óók voor de inheemse bevolking - greep Soekarno zijn kans, en riep hij de onafhankelijkheid uit van Indonesië als ongedeelde, centralistische eenheidsstaat, tegen de wil van verschillende volkeren van deze archipel.

Ik kom tot deze gedachtenspinsels na het recent uitkomen van mijn boek Arts en gezin in de Oost (1928-1946) met authentiek autobiografisch materiaal van mijn vader, Theo van der Eyden, een met Albert Schweitzer te vergelijken bevlogen tropenarts, die op Borneo, in de Molukken en op Java werkzaam was. In 1933 schreef hij zijn boek Medische hulp op afgelegen plaatsen, nog steeds actueel voor afgelegen tropische gebieden. Toen schepen weigerden de haven van Tandjong Priok aan te doen in verband met massale sterfte door malaria, kwam er een miljoenenproject na interventies van de Volksraad, maar de aanpak deugde niet. In een artikel in het Geneeskundig Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië (1938) toonde mijn vader aan, hoe preventie tegen malaria wel moet. Deze visie is nog steeds actueel: malaria-bestrijding is niet, zoals onlangs door de WHO beweerd, een zaak van meer medicijnen alleen. Echt voedsel voor medische historici.

Na de capitulatie voor de Japanse invasie werd Theo als dienstplichtig kapitein van gezondheid krijgsgevangen gemaakt, en werkte hij in Jappenkampen op Java en in Thailand, onder andere langs de beruchte Birma-spoorlijn, waar hij het 'slapie' was van cabaretier Wim Kan. Mijn boek geeft door combinatie van de memoires van mijn vader en aantekeningen van mijn moeder een levensecht beeld van het leven in Indië zoals het echt was. Gelukkige jaren in de Gordel van Smaragd, en de ramptijd in de Japanse kampen. Als Jappenkampkind in Semarang (Karang Panas, Lampersari) en Batavia (Tjideng) spreek ik als ervaringsdeskundige over de schandelijke gewelddadige 'Japanse behandelingen' van onschuldige moeders en kinderen, met uithongering, verwaarloosde ziektes en agressie.

Een voorbeeld: Als jongen van 8 jaar stond ik eens met mijn 3 jaar oudere zus Miep gebogen. Uitgerekend op het moment, dat de Jap bij ons in de buurt kwam, ging Miep door haar rug en strekte zij zich. De Jap sloeg, trapte en mishandelde mijn zus, terwijl ik (als man!!) erbij stond en niets deed! Tot op de dag van vandaag schaam ik mij daarvoor. Jappenkampen waren verschrikkelijke concentratiekampen, wat veelschrijver met pseudo-historische pretenties Rudy Kousbroek ook beweert. Het is een wonder, dat ons gezin er levend vandaan is gekomen, vooral ook met de geweldsexplosie tegen Europeanen, veroorzaakt door Indonesische extremisten tijdens de 'Bersiap'-periode (1946/1947). Een deel van die aardige Javanen was na Japanse training in terreur extreem gewelddadig geworden.

Enige stellingen:

— Een aanzienlijk deel van de inheemse bevolking had het in delen van Nederlandsch-Indië, ondanks het koloniale systeem en de bij tijd en wijle meedogenloze machtsuitoefening door inheemse potentaten, in het algemeen redelijk. De verhouding tussen Europeanen en inheemsen was in het algemeen redelijk, afgezien van excessen. Er was in Indonesië ook veel geweld. Lees De Stille genocide van Giebels over de couppoging van 1 oktober 1965: een massaslachting met circa een half miljoen doden.

— Er zijn diverse niet goed afgesloten onderdelen van de dekolonisatie zoals de ellende van de Molukkers en de Papoea's en de beruchte 'backpay-kwestie', die het 'Indisch Platform' nog steeds activeert. Ik ben blij, dat mijn wetsontwerp voor de Commissie-Wiarda heeft geleid tot het alsnog toekennen van een buitengewoon pensioen voor hen, die in Indië in het verzet tegen de Jap actief waren.

— Schandelijk is, dat vele miljoenen mensen in het dictatoriale Indonesië nog steeds bittere armoede lijden. Problemen met de recente overstromingen in Djakarta, ontbossing, en de massale vulkanische blubber in Oost-Java zijn slechts voorbeelden van manifest wanbeleid.

— Veel noodzakelijke kennis over de tropen ligt ongebruikt in de boekenkast, zoals het boek en het artikel van mijn vader.

— Bekend is, dat de Japanse overheid schuldig is aan systematische geschiedvervalsing over de Japanse misdaden tegen China en andere delen van Azië. Ik ben blij als bestuurslid meegewerkt te hebben aan het Nationale Indische Monument in Den Haag. Daar kunnen historici elk jaar op 15 augustus enquêtes houden over Indië zoals het was.

De mij hier gegunde tijd is te kort om uiteen te zetten hoe de Indische vork aan de Indische steel zit. Ik inviteer historici om zich diepgaand met Indië bezig te houden. Er zijn vele goede boeken over Indië, zoals b.v. Het Rijk van Insulinde (1996) van H.W. van den Doel en De laatste eeuw van Indië (1994) van J.A.A. van Doorn. Toch valt het accent vaak ten onrechte vooral op de negatieve aspecten. Het cruciale van het unieke 'Indisch zijn' is de menging van het veelzijdig-culturele Indië en Nederland. De 'Indische cultuur' is vele malen rijker van smaak dan het alom gewaardeerde Indische eten, gamelanmuziek, wajangpoppen, batik, Borubudur, enz. Stijl, wellevendheid, culturele diepgang, belevingswereld, lichaamstaal, emotionaliteit, spiritualiteit, etc. Nederland is al eeuwen anders, Indisch anders door de relatie met Nederlandsch-Indië.

Er is nog werk genoeg voor sambal-historici over Indië, die met een pittige, scherpe Indische smaak diepte-analyses maken. Die sambal-historici moeten er snel bij zijn, voordat veel authentiek materiaal als wegwerp-object in de versnipperaar gaat. Historici kunnen aan het werk voor hun bijdragen aan de 'Indische Canon'. Smakelijk Indisch!

Ton van der Eyden, 14 februari 2007

Naar de archiefindex Naar boven

Karikatuur

Historisch Café 14-02-2007 - karikatuur door Gijs Sevenhuijsen

Naar de archiefindex Naar boven

Foto´s

U vindt hier een foto-impressie van het Historisch Café van 14 februari 2007. Klik op de foto´s om een grotere versie te bekijken.

Historisch Café 14-02-2007 - foto 1 Historisch Café 14-02-2007 - foto 2 Historisch Café 14-02-2007 - foto 3 Historisch Café 14-02-2007 - foto 4
Historisch Café 14-02-2007 - foto 5 Historisch Café 14-02-2007 - foto 6 Historisch Café 14-02-2007 - foto 7 Historisch Café 14-02-2007 - foto 8
Historisch Café 14-02-2007 - foto 9 Historisch Café 14-02-2007 - foto 10 Historisch Café 14-02-2007 - foto 11 Historisch Café 14-02-2007 - foto 12
Historisch Café 14-02-2007 - foto 13 Historisch Café 14-02-2007 - foto 14 Historisch Café 14-02-2007 - foto 15 Historisch Café 14-02-2007 - foto 16
Historisch Café 14-02-2007 - foto 17 Historisch Café 14-02-2007 - foto 18 Historisch Café 14-02-2007 - foto 19 Historisch Café 14-02-2007 - foto 20
Historisch Café 14-02-2007 - foto 21

Foto´s: Frank Wiersema

Naar de archiefindex Naar boven