Op 8 december is de Sint weer terug naar Spanje, zo gaat het alom bekende volksverhaal. Nu alle pepernoten zijn opgegeten, alle surprises uitgepakt en alle gedichten gelezen, kunnen we het in het Historisch Café eens rustig hebben over de Sintbelevening in Nederland.
Jan de Bas is historicus, freelance journalist, docent aan de Hogeschool INHOLLAND en dichter. Als historicus heeft hij zich vooral met de protestantse cultuur bezig gehouden. In 1999 promoveerde hij op de EVP: De muis die even brulde. De Evangelische Volkspartij 1981-1991. Hij schreef diverse boeken en artikelen over Sinterklaas, waaronder Een mijter zonder kruis. Sint-Nicolaas en de protestantse pers 1945-2000 (Verloren 2003).
Op dit ogenblik is hij bezig met twee nieuwe boeken: een biografie over wielerkampioen Cees Erkelens en een ‘ABC van de 20e eeuw’. Zijn laatste bundels op poëzie gebied: Dat zijn zo de dingen waar het hier om gaat (2002) en voor kinderen: Nijlpaard in onzichtbaar Egypte (2003).
Fik (prof. dr. F.J.A.M.) Meijer is hoogleraar Oude Geschiedenis aan de UvA, classicus, vertaler en schrijver van boeken over de Oudheid. Hij maakte o.a. een vertaling van Flavius Josephus (met Marinus Wes), heeft zich beziggehouden met onderwaterarcheologie in de Middellandse Zee, gaf Klassieke Talen en is de laatste jaren vooral bekend vanwege zijn goedverkopende boeken over de Oudheid. Zo schreef hij Paulus’ zeereis naar Rome, Keizers sterven niet in bed en Gladiatoren. Afgelopen jaar verschenen nog Vercingetorix en Wagenrennen.
In het interview gaan we o.a. in op zijn boeken, de onderwaterarcheologie, zijn grote enthousiasme voor de Oudheid en de relevantie van Oude Geschiedenis voor het heden.
Oudheid en het Midden-Oosten. Het is een gelukkige en ongelukkige combinatie. Het gebied rondom Egypte en het oude Mesopotamië biedt vele schatten, maar in de regio zijn er ook veel bedreigingen voor dat erfgoed. Wordt het niet bedreigd door oorlog, dan is er wel de dreiging van corrupte regimes die nalatig met dat erfgoed omgaan of het vooral te eigener meerdere eer en glorie opknappen – denk bijvoorbeeld aan de Iraakse Nebukadnezars die ineens in directe lijn met Saddam Hussein bleken te staan. En dan is er nog de dreiging van het massatoerisme, die bijvoorbeeld in Egypte leidt tot welhaast vertrappelde archeologische sites.
Hoe moeten we dan wel met dat erfgoed omgaan? Moeten we van buitenaf ons in dit archeologische debat mengen voor het te laat is, of zijn wij dan niet meer dan verderfelijke cultuurimperialisten? En hoe knap je dit erfgoed eigenlijk wel verantwoord op – wat zijn de do's en don’t’s van het het opknappen van cultureel erfgoed in dit gebied?
Archeologe Jolanda Bos, actief in Egypte en verbonden aan ArcheoLogic, en dr. Diederik Meijer, archeoloog en als UHD verbonden aan de Universiteit van Leiden, zullen met elkaar in debat gaan over dit thema.
Het boek van Jan de Bas en vele andere boeken op het gebied van geschiedenis en historische letterkunde, kunt u vinden op de mooie nieuwe website van uitgeverij Verloren.
Drie dagen geleden nam Sint-Nicolaas afscheid van Nederland. Met zijn vertrek dompelde hij kinderen in verdriet. Troost: de goedheiligman liet veel herinneringen achter in de vorm van cadeaus en snoepgoed. Ook als volwassene kun je vanaf 5 december een leeg en tevens weemoedig gevoel hebben. Je moet het weer een jaar lang doen zonder de oude wijze man uit het warme zuiden. Een elk jaar uitdijend repertoire aan rituelen en attributen verdwijnt weer voor maanden als een stoomboot op weg naar Spanje uit het zicht. Het afscheid valt zwaar.
Afscheid nemen is echter ook het moment om te bezinnen. Je kijkt terug en vooruit. Dat laatste wil ik vooral doen. Wat heeft Sint-Nicolaas ons in de toekomst behalve snoepgoed en cadeautjes te brengen?
Wanneer wordt gekeken naar het wezen van het sinterklaasfeest, dan kan worden geconstateerd dat het in de aard een uiterst positief cultureel verschijnsel is. Het feest blijkt een kapstok waar wij allerlei gebruiken en rituelen aan kunnen hangen. Entiteiten waar wij het grootste gedeelte van het jaar niet aan toekomen. Ik noem een aantal relevante betekenissen van het 5-decemberfeest.
Het sinterklaasfeest bindt. Door het oermechanisme van geven en ontvangen bleef het eeuwen in tact en zal dat ook nog wel even zo blijven. Het is de kunst om mensen die van huis uit weinig met het feest hebben of er niet veel meer inzien ervan te overtuigen dat het zin heeft, zin kan geven. Want het sinterklaasfeest is een ultieme seculiere zingever. Juist vanwege het inmiddels non-religieuze karakter van het feest biedt het mogelijkheden aan gelovigen en vooral ook ongelovigen er aan te doen. De secularisatie van het sinterklaasfeest stelde de afgelopen vier honderd jaar protestanten in allerlei soorten en maten in staat om dit van huis uit rooms-katholieke feest te vieren. De goedheiligman en zijn gedenkdag boden ruim voldoende identificatiemogelijkheden. Geven, ontvangen, vieren, spelen, gedenken: het past allemaal in de cultuur van de vele subculturen die Nederland rijk is. Uiteraard bewijst de geschiedenis dat orthodoxe protestanten de meeste moeite hadden met het feest, maar ook zij raakten gezin voor gezin overtuigd van de meerwaarde van de goedheiligman en de aan hem verbonden rituelen. Ook de huidskleur van een groep hoeft geen belemmering te zijn om Sinterklaas en zwarte Piet in de armen te sluiten. In Suriname bleek het verplicht niet-vieren onder Desi Bouterse geen lang leven beschoren en werd in 1980 de goedheiligman als een bevrijder van repressie en non-traditie in Paramaribo ingehaald.
In het polemische klimaat van de Nederlandse verzuiling opereerde de metafoor Sint als chemicus. Hij zorgde tussen socialisten, gereformeerden, katholieke, liberalen en hervormden voor een gemeenschappelijke noemer . En in een verdeeld Suriname bond hij de sterk van elkaar verschillende bevolkingsgroepen. Waarom zou niet juist Sinterklaas in Nederland onder spanning als collectieforiëntatiepunt kunnen fungeren? Sint-Nicolaas bezit de chemie om te binden wat politici, journalisten, buurtwerkers, wetenschappers, leerkrachten en ouders niet lukt. Wanneer de kernwaarden van het feest gehandhaafd blijven en in de vorm worden aangepast aan de behoeften van een groep, blijft Sint-Nicolaas ìn alle inwoners van Nederland geloven en kan iedereen uit volle borst meezingen: dag Sinterklaasje, luister naar ons welkomstlied.
Jan de Bas, 6 december 2004
Het Historisch Café van 8 december stond in het teken van oudheid: Sinterklaas, onderwaterarcheologie en opgravingen in het Midden-Oosten passeerden de revue.
Sint bindt, dat heeft de geschiedenis bewezen. Volgens spreker Jan de Bas komt dit door het oermechanisme van geven en nemen, dat aan het Sinterklaasfeest
ten grondslag ligt. Dit feest is een positief cultureel verschijnsel, dat ook in de toekomst - alle spanningen in de multiculturele samenleving ten spijt - een bindende rol kan vervullen.
Tijdens het interview sprak zelfverklaard fan Joop Hopster met Fik Meijer over duiken, Hollywood films en diens missie. Om met het laatste te beginnen: Meijer heeft zichzelf als taak gesteld te laten zien dat Oudheid geen Fremdkörper is. In oude geschiedenis valt, evenals in latere periodes, voor ons veel te herkennen. Door boeken voor een breder publiek te schrijven, poogt Meijer het vak te populariseren. In onze tijd is het historische inlevingsvermogen verdwenen. Dit blijkt
wel uit de uitslag van de verkiezing voor de grootste Nederlander: de recentste kandidaten winnen de slag. Op de vraag wie Julius Civilis was, zou het gros waarschijnlijk met 'een geslachtsziekte' antwoorden, aldus Meijer. Films die de Oudheid populariseren juicht Meijer toe. Wel zijn er grenzen aan popularisering: de wetenschappelijke integriteit moet in stand worden gehouden.
De belangrijkste reden om boeken te schrijven is voor Meijer dat hij er zoveel plezier aan beleeft, zoals hij dat ook aan duiken, onderwaterarcheologie, sportgeschiedenis en gladiatoren doet. Wat dat betreft is Meijer naar eigen zeggen te weinig wetenschappelijk: langer dan een paar jaar kan hij zichniet op één onderwerp concentreren. Daarvoor zijn er nog te veel andere interessante dingen.
Het debat met Diederik Meyer en Jolanda Bos sloot goed aan bij het interview. Het onderwerp was archeologisch erfgoed in het Midden-Oosten. In dit debat kwamen bedreigingen van het erfgoed aan de orde, zoals massatoerisme en roofgraven. Ook werd in gegaan op de vraag of westerse archeologie in wezen cultuurimperialisme is. Beide sprekers antwoordden bevestigend. Het is onze wetenschappelijke traditie, die ons in deze landen brengt. Slecht is dit niet. Bovendien worden archeologische werkzaamheden steeds meer overgenomen in de landen zelf. Van een regionaal erfgoedbeleid zal nog niet snel sprake zijn, maar wel ontstaan er steeds meer samenwerkingsverbanden.