Archief - HC 9 juni 2004

Beschrijving van het programma

20.00 - George Washington of Bart Simpson? Wat elke Amerikaan over de geschiedenis hoort te weten – column door James Kennedy

Een column van professor James Kennedy, die is verbonden aan de Vrije Universiteit. Kennedy verwierf landelijke bekendheid met baanbrekende publicaties: Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Amsterdam/Meppel 1995) en Een weloverwogen dood. Euthanasie in Nederland (Amsterdam 2002)

20.15 - "De Slag om Amsterdam – deel 1" – geschiedenisquiz tussen geschiedenisdocenten van UvA en VU

Wanneer vond het Jordaanoproer plaats? Hoeveel doden vielen er bij de stichting van de onafhankelijke staten India en Pakistan? Welke partijen stonden tegen over elkaar tijdens de Universaliënstrijd?

Voor een antwoord op al uw historische vragen kunt u op 9 juni terecht bij het Historisch Café, in Café P96 aan de Prinsengracht te Amsterdam. Het Historisch Café presenteert een zinderende geschiedenisquiz.

Teams van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit zullen het op 9 juni a.s. tegen elkaar opnemen. Het UvA-team zal bestaan uit professor Piet de Rooy en de docenten Herman Beliën en Paul Knevel. Het VU-team is samengesteld uit professor James Kennedy en de docenten Hans de Waard en Jaap-Jan Flinterman. Onder leiding van een onafhankelijke jury zal de "Geschiedenisstrijd Der Groten" ongetwijfeld tot een spannende ontknoping leiden. Zal de VU zegevieren of is de UvA de beste universiteit? Ook voor het publiek is er, met dank aan Chabrol Wines, iets te winnen op deze avond.

21.00 - Pauze

21.15 - "De Slag om Amsterdam – deel 2"

22.15 - Nabomen in P96

Naar de archiefindex Naar boven

Quizvragen

Vragen voor de teams

  1. Waar is Anne Frank geboren?
  2. Waar werd in 1955 de eerste Conferentie van Ongebonden Landen gehouden?
  3. Bijna zes eeuwen geleden ontstond de Biesbosch. Hoe?
  4. Het land Bolivia is vernoemd naar Simon Bolivar, stichter van de staat Bolivia. Hoe heet de hoofdstad van dit land en naar wie is deze vernoemd?
  5. Van wie is het volgende citaat afkomstig: “Geschiedenis gaat bijna altijd over slechte mensen, waarover men later niets dan goeds zegt.”
  6. Wie gaf als eerste leiding aan de FBI?
  7. Zijn bijnaam tijdens zijn jeugd was ‘Soso’, als priesterstudent schreef hij gedichten, en tot 1917 stond hij bekend als ‘Koba’. Wie was hij?
  8. [GELUIDSFRAGMENT] We horen hier een Indiase premier, over wie sprak hij en in welk jaar?
  9. Van welke Griekse tiran werd voorspeld dat hij in de lucht zou zweven, zou worden gebaad door de oppergod Zeus en gezalfd door de zonnegod Helios?
  10. Wat was het beroep van Che Guevara?
  11. Wat was de naam van de Romeinse keizer die het Christendom in zijn rijk tot staatsgodsdienst verhief?
  12. [GELUIDSFRAGMENT] We horen hier een stuk van een beroemde speech van Martin Luther King. In welk jaar kreeg hij de nobelprijs voor de vrede?
  13. Wie was de generaal die de Franse revolutionaire troepen leidde toen die in 1793 Nederland binnenvielen?
  14. Voor hoeveel dollar kochten de VS Louisiana van Frankrijk in de Louisiana Purchase? (Benader)
  15. Hoe lang zaten de gijzelaars in de Amerikaanse ambassade in Teheran eind jaren ’70 vast? (Benader)
  16. [GELUIDSFRAGMENT] Wie is dit?
  17. Hoe heet de Sowjet-regisseur die wereldfaam verwierf met de verfilming van zijn ‘Pantserkruiser Potemkin’ (1925) en ‘ Oktober’ (1928)?
  18. Aan welke zijde bevindt zich de hoofdingang van een middeleeuwse kathedraal?
  19. Wie sprak de woorden: “I have never been a quitter. To leave office before my term is completed is abhorrent to every instinct in my body”
  20. Wie was de eerste gouverneur-generaal van Indië van de VOC?
  21. In 1925 viel het kabinet Colijn-I over een SGP-motie om het gezantschap bij het vaticaan op te heffen. De motie werd door de Tweede Kamer aangenomen. Hoe heet de indiener van deze motie?
  22. Welke Oostenrijkse monnik stelde in 1866 met behulp van kruisbestuiving op erwten en bonen de erfelijkheidswetten op?
  23. Op het WK in 1974 speelden Oost- en West-Duitsland voor het eerst (!) tegen elkaar. Wie won?
  24. [GELUIDSFRAGMENT] Wie is dit? En over welke oorlog wordt gesproken?
  25. Hoe heet de naar een Franse econoom genoemde conjunctuurgolf, die de eens in de 6 á 10 jaar terugkerende depressie aanduidt?
  26. Bijbelse kennis: welk huwelijksgeschenk gaf David aan koning Saul om met zijn dochter Michal te trouwen?
  27. Noem de drie landen waartegen de OPEC in 1973 een boycot instelde.
  28. Van wie is de volgende uitspraak afkomstig: “To those waiting with bated breath for that favourite media catchphrase, the U-turn, I have only one thing to say: you turn if you want to. The Lady’s not for turning”
  29. Welk land verkoos als eerste een vrouwelijke president, en in welk jaar was dat?
  30. Paus Innocentius heeft in 1203 alle deelnemers van de vierde kruistocht ge-excommuniceerd. Waarom?
  31. Van wie is de uitspraak ‘Der Feind macht uns zum Volk’ afkomstig?
  32. Op 10 november 1977 werden 2 RAF-leden na een schietpartij in Amsterdamse wijk Osdorp door de politie gearresteerd. Beiden raken zwaargewond bij hun aanhouding en zijn later aan Duitsland worden uitgeleverd. Wat waren hun namen?
  33. Nederland stond op zijn kop toen op 2 december 1975 de eerste treinkaping in de internationale geschiedenis plaats vond. Zeven Molukse jongeren uit Boven-Smilde zetten op 10.07 de stoptrein Groningen-Zwolle stil. Waar werd de trein stilgezet?
  34. Wanneer was de zogenaamde ontdekking van Brazilië en door wie werd het ontdekt?
  35. Waar en wanneer hield milieu-organisatie Greenpeace zijn eerste protestactie?
  36. In welk jaar vond volgens de Romeinse mythologie de stichting van Rome plaats?
  37. Keizer Justinianus ontwikkelde in zijn regeerperiode een indrukwekkende bouwactiviteit. Hij maakte naam met de bouw van een van de meest gedurfde bouwwerken uit de architectuurgeschiedenis: de hagia Sofie. Wat zou hij volgens de overlevering hebben uitgeroepen bij de voltooiing van deze kerk? Vul in: O, ......, ik heb u overtroffen!
  38. In Egypte kwam een einde aan het corrupte bewind van koning Faroek. In welk jaar was dat en wie werd de nieuwe leider?
  39. Hoe noemt men de Duitse politieke & militaire expansie in de Poolse en Slavische gebieden in de 12e eeuw, waarin o.a. Hendrik de Leeuw voor veel veroveringen zorgde?
  40. Wat was de naam van de tegenpaus die keizer Hendrik IV benoemde toen hij Gregorius VII in 1083 uit Rome had verjaagd?
  41. Hoe heette de partij/vakbond die in 1944 werd opgericht en een grote rol speelde tijdens de Marokkaanse onafhankelijkheidsstrijd?
  42. Van welke orde worden de monniken predikheren genoemd?

Antwoorden

  1. In Frankfurt am Main.
  2. In Bandung.
  3. Door de Sint-Elizabethvloed.
  4. Sucre, vernoemd naar de eerste president van Bolivia Antonio Jose de Sucre.
  5. Nietsche
  6. J. Edgar Hoover.
  7. Stalin (1879-1953), Josif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili.
  8. Mahatma Ghandi, 1948
  9. Polycrates.
  10. arts
  11. Theodosius de Grote (keizer van 378-395).
  12. 1964
  13. Generaal Dumouriez
  14. 15 miljoen dollar.
  15. 444 dagen.
  16. JF Kennedy over het ruimtevaartprogramma
  17. Sergej Eisenstein.
  18. Aan de westkant (ingang tegenover het altaar, dat altijd gericht is naar het oosten: Jeruzalem)
  19. Nixon
  20. Pieter Both.
  21. Ds. Kersten.
  22. Gregor Mendel.
  23. Oost-Duitsland met 1-0.
  24. Churchill, hij heeft het over de Great War, WO 1, in 1918.
  25. Juglar.
  26. 100 voorhuiden (van Filistijnen) nb: komt uit 1 Samuel 18:25
  27. Nederland, Portugal en de VS (NIET Israël, want dat werd allang geboycot).
  28. Thatcher
  29. Sri Lanka, in 1960.
  30. ze zijn niet naar het Heilige land gegaan maar hebben in Zara, dichtbij het toenmalige Constantinopel gevochten.
  31. Theodor Herzl, grondlegger van het zionisme.
  32. Gert Schneider en Christof Wackernagel
  33. Wijster
  34. In 1500 door de Portugees Pedro Alvares Cabral.
  35. Aleoeten (Stille Oceaan), (6 november) 1971
  36. (21 april) 753 BC.
  37. Salomo.
  38. In 1952, Gamal Abdel Nasser.
  39. De Ostbewegung.
  40. Clemens III.
  41. De Istighlal
  42. Van de Dominicanen.

Publieksvragen

  1. Wat wordt er gevierd tijdens de volgende feesten: Palmpasen, Pesach, Fatis Moeharen?
  2. Op 15 maart 1345 vond er in Amsterdam een wonder plaats. Hierdoor werd Amsterdam een populair bedevaartsoort. Welke straat in Amsterdam werd aangelegd om stroom bezoekers aan de stad aan te kunnen?
  3. Wie schreef het boek ‘Guns, germs and steel. A short history of everybody for the last 15,000 years’?
  4. De wijngaarden met witte druiven in Corton-Charlemagne (Bourgogne) zijn aangeplant omdat:
    a. De vrouw van Karel de Grote, Hildegard, problemen had met de rode wijnvlekken in de baard van Karel.
    b. De nabij gelegen Romanée wijngaarden een monopolie op rode wijnen bezaten.
    c. De wijngaarden waren al in de Romeinse tijd aangeplant, maar de blauwe Pinot Noir stokken zijn in de loop der tijd geëvolueerd tot stokken met witte Pinot Gris en Pinot Blanc druiven.

Antwoorden

  1. Palmpasen – intocht Jezus in Jeruzalem
    Pesach – uittocht Joden uit Egypte
    Fatis Moeharen – tocht van Mohammed van Mekka naar Medina
  2. Heiligeweg
  3. Jared Diamond
  4. Het juiste antwoord is: a
Naar de archiefindex Naar boven

George Washington of Bart Simpson?

Wat elke Amerikaan moet weten over geschiedenis

In de Verenigde Staten ben je geen goed burger zonder kennis van het verleden. En daarom moeten inwoners die het Amerikaans burgerschap aanvragen niet alleen bewijs geven van een basiskennis van de engelse taal en van de Amerikaanse staatsvorm, maar moeten ze ook laten zien dat ze vragen over de geschiedenis van het land kunnen beantwoorden. Volgend jaar zal de Immigration and Naturalization Service het nieuwe gestandardiseerde geschiedenisexamen introduceren, die in samenspraak met een aantal historici is opgesteld. Tot die tijd mag elke immigratiefunctionaris van de INS, evenals dat al vele decennia is gebeurd, uit een lijst van goedgekeurde vragen zelf de vragen kiezen die hij of zij aan de aspirant-burgers wil voorleggen. En omdat ik zo meteen zelf het slachtoffer wordt van een quiz, dacht ik jullie even een aantal vragen uit die lijst voor te leggen:

Het is misschien gek dat we van immigranten enige kennis van de Amerikaanse geschiedenis verwachten in een land waar sinds 1917 – het jaar dat we dit soort statistieken begonnen bij te houden – de kennis onder jongeren over de nationale geschiedenis abominabel is geweest. Het mag waar zijn dat Amerikanen beter zijn in geschiedenis dan in geografie (studenten uit andere landen scoren beter in het vinden van Amerika op de wereldkaart dan Amerikaanse studenten), maar dat zegt niet veel. De meeste Amerikanen kunnen de schuldbelijdenis van de soul zanger Sam Cooke meezingen:

Don’t know much about history
Don’t know much biology
Don’t know much about a science book
Don’t know much about the French I took

En vervolgen met de woorden die Art Garfunkel toevoegde aan Cooke’s lied:

Don’t know much about the Middle Ages
Looked at the pictures and I turned the pages
Don’t know nothin’ ‘bout no Rise and Fall
Don’t know nothin’ ‘bout nothin’ at all…

Maar zelfs al weten Amerikanen weinig over geschiedenis, toch erkennen ze dat het op de een of de andere manier belangrijk is – misschien vergelijkbaar met de manier waarop vetzuchtige Amerikanen erkennen dat het goed is om groente te eten. Dat wordt niet alleen duidelijk uit de populariteit van sommige geschiedenisboeken (fictie en non-fictie, waaronder Kenneth Davis’ Don’t Know Much About History), maar ook uit de energie die ze hebben gestoken in het debat over de standaardisering van het geschiedenisonderwijs op scholen.

Een decennium geleden brak er een ware Historikerstreit los over de vraag of de Amerikaanse basisscholen en het voortgezet onderwijs één enkel nationaal curriculum moesten hebben en wat die dan zou inhouden. Het idee van gestandaardiseerde examens over de Amerikaanse geschiedenis werd in de jaren tachtig door culturele conservatieven op de agenda gezet, vooral door Lynne Cheney, de vrouw van de huidige Vice-President. De academische historici die leiding gaven aan dit National Historical Standards Project gaven blijk van hun eigen linksige oriëntatie en stelden een curriculum voor dat de woede wekte van conservatieven en de gematigden in heel het land vanwege het relatieve gebrek aan aandacht voor traditionele helden en voor politieke geschiedenis en de grote aandacht voor de ‘voices from the margins’, voor vrouwen en ‘persons of color’ van wie de meeste Amerikanen nog nooit gehoord hadden. Het project werd onder het tapijt geveegd door een overweldigende meerderheid van de Amerikaanse Senaat, waaronder ook Senator Slade Gordon, die beweerde dat de kwestie neerkwam op de vraag of Amerikaanse studenten in hun geschiedenisklassen zouden leren over George Washington of Bart Simpson. Dit is misschien niet de meest verstandige opmerking over het debat, maar het geeft wel uiting aan de ‘culture war’ die nog steeds woedt: tussen de voorstanders van de ‘traditionele geschiedenis’ met hun ‘familiar white male movers and shakers’ (om de historicus Joyce Appleby te citeren) en de multiculturalisten met hun, zo verwijten critici hen, ‘politiek correcte’ interpretatie van het verleden. Het is ook deels de strijd tussen de liefhebbers van feiten (de conservatieven) en van een proces-georiënteerde stijl van leren (de progressieven), hoewel het belang van het onthouden van belangrijke data de laatste tijd door historici van alle richtingen wordt benadrukt. Het gaat ook om de strijd tussen de populaire historici, die zich weinig gelegen laten liggen aan progressieve onderwerpen, en de professionele historici, die volgens velen samen een ‘one-party state’ vormen, die het massaal zien als hun taak om studenten – en elkaar – de ogen te openen voor de tekortkomingen van de conservatieve, traditionele manier van denken over de geschiedenis.

Maar wat zou elke Amerikaan moeten leren over het verleden? Mijn eerste reactie is dat ik het belangrijk vind dat wij, als gemeenschap van historici en als land, een fundamenteel verschil van mening blijven hebben over de beantwoording van deze vraag. Door meningsverschillen houden we een goed debat levendig. Het grote voordeel dat Amerika nu heeft over Nederland in het hebben van een nationaal Museum of American History is niet dat dit museum een perfect gebalanceerde kijk op de Amerikaanse geschiedenis presenteert, maar dat het uiting geeft aan interpretaties van de geschiedenis waar je het hartgrondig mee oneens kan zijn. Het is voor iedereen goed om te weten dat het verleden op verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. Maar niet alle gevolgen van deze kijk op geschiedenis als één groot debat zijn positief; zo krijgt de politiek sneller gelegenheid om haar invloed te doen gelden en kan grote vijandschap ontstaan tussen kampen over wie het recht heeft om de geschiedenis te interpreteren. Een paradoxaal effect is ook het ontstaan van nietzeggende tekstboeken: uitgevers zijn zo bang om iemand voor het hoofd te stoten dat alleen de minst omstreden feiten en verhalen worden toegestaan. Maar de grondidee is dit: dat geschiedenis een eeuwigdurend debat is, essentieel onderdeel van de onophoudelijke kakafonie van het democratisch leven. Geschiedenis is vaak zwaarder dan we kunnen dragen, maar je duikt weg voor je verantwoordelijkheden als je alle geschiedenis uit het raam gooit tijdens de hedendaagse politieke discussies. In dit opzicht profiteren de Amerikanen van een strijdbare cultuur, waarin geschiedenis en herinnering continu aan kritiek worden onderworpen.

Met dit antwoord maak ik het mezelf misschien wat te gemakkelijk. Wat zou Amerikanen qua inhoud moeten leren over het verleden? Wie hebben meer gelijk: de traditionalisten of de multiculturalisten? Hoewel ik niet graag partij zou willen kiezen voor de één of voor de ander, denk ik dat een inclusieve benadering van de geschiedenis heel belangrijk is. Het is goed om de geschiedenis te zien als een reeks van persoonlijke verhalen die zowel de goede als de slechte bladzijden in de Amerikaanse geschiedenis illustreren. Maar als je deze benadering te ver neemt, dan zien studenten door de bomen het bos niet meer, dan wordt de geschiedenis zo diffuus dat je het grote verhaal uit het oog verliest. Meer ‘ red-letter dates’ (zoals wij die noemen), meer puur onthouden van namen en plaatsen, en een terugkeer tot het formaat van de traditionele politieke geschiedenis zijn noodzakelijk om het skelet te vormen waaraan de ‘kleinere’ verhalen kunnen worden opgehangen en geïnterpreteerd. Het soort vragen dat aan aspirant-burgers wordt gevraagd zijn het soort vragen die elke Amerikaan zou moeten kunnen beantwoorden (hoewel van hen natuurlijk meer mag worden verwacht).

Maar de echte uitdaging is volgens mij het afleren van een historische les die Amerikanen zich teveel eigen hebben gemaakt: dat zij op de één of de andere manier het Einde van de Geschiedenis vormen, dat alle menselijke verlangens in Amerika zijn vervuld of vervuld zullen worden – meer dan elders ooit mogelijk zou zijn geweest. Europeanen zullen er misschien snel van uit gaan dat deze Amerikaanse veronderstelling het terrein is van de nationalistische rechtse conservatieven, de aanbidders van de Amerikaanse vlag die geen oog hebben voor de tradities van andere landen. Maar ook linkse historici hebben hun eigen ideeën over Amerika als het middelpunt van de menselijke geschiedenis, waarin Amerika alle wereldgeschiedenissen in zich verenigd en het gelukkige eindstadium van een in vrede samenlevende diverse en multiculturele wereld steeds meer benadert. Voor linkse intellectuelen als Richard Rorty blijft Amerika het enige land in de wereld waar het individu alle vrijheid heeft om zijn eigen dromen na te jagen. In zowel de linkse als de rechtse uitingen leidt deze Amerikaanse Hegeliaanse droom over zichzelf – waarin de Geist steeds meer zijn potentieel ontvouwt naarmate de geschiedenis vordert – ertoe dat de dromen van andere mensen uiteindelijk worden gereduceerd tot een incomplete versie van de eigen universele aspiraties. Dat andere naties hun eigen dromen hebben is een les die Amerikanen niet snel zullen leren, ongeacht de bezetting van het Witte Huis. Wat wij als Amerikanen nu moeten leren, zowel in de geschiedenis als in de geografie, is niet dat alle mensen in de grond hetzelfde zijn als wij, maar dat ze anders zijn en dat dit anders-zijn in de meeste gevallen gehonoreerd zal moeten worden.

James Kennedy – 9 juni 2004

Naar de archiefindex Naar boven

Foto´s

U vindt hier een foto-impressie van het Historisch Café van 9 juni 2004. Klik op de foto´s om een grotere versie te bekijken.

Historisch Café 09-06-2004 - foto 1 Historisch Café 09-06-2004 - foto 2 Historisch Café 09-06-2004 - foto 3
Historisch Café 09-06-2004 - foto 4 Historisch Café 09-06-2004 - foto 5 Historisch Café 09-06-2004 - foto 5
Historisch Café 09-06-2004 - foto 7 Historisch Café 09-06-2004 - foto 8 Historisch Café 09-06-2004 - foto 9
Historisch Café 09-06-2004 - foto 10 Historisch Café 09-06-2004 - foto 11 Historisch Café 09-06-2004 - foto 12
Historisch Café 09-06-2004 - foto 13 Historisch Café 09-06-2004 - foto 14 Historisch Café 09-06-2004 - foto 15
Historisch Café 09-06-2004 - foto 16

Foto´s: Alejandra Nettel (www.alejandranettel.com)

Naar de archiefindex Naar boven

VU verslaat UvA in lastige geschiedenisquiz van Historisch Café

van die voorhuiden van Filistijnen, dat wisten ze wel

Artikel uit Het Parool van 10 juni 2004

AMSTERDAM - Wie geschiedenis wil gaan studeren, kan dat beter aan de Vrije Universiteit doen dan aan de Universiteit van Amsterdam. Als je de uitkomst van 'De slag om Amsterdam' moet geloven dan.

In cafe P96 aan de Prinsengracht deden hoogleraren en docenten van beide universiteiten mee aan een geschiedenisquiz. Studenten, oud-studenten, historici en andere geinteresseerden verzamelden zich gisteravond voor de laatste editie van het Historisch Cafe dit jaar.

Waar Anne Frank geboren is, wisten beide teams wel te melden. In Frankfurt am Main namelijk. Maar wat was de naam van de tegenpaus die keizer Hendrik IV benoemde, nadat hij Gregorius VII in 1083 uit Rome had verjaagd? "Clemens de Derde hoorde ik net, maar dat vind ik geen schande om niet te weten." VU-hoogleraar nieuwste geschiedenis James Kennedy excuseert zichzelf voor het laten liggen van dat punt. Zijn team wist wel dat de Amerikanen de staat Louisiana in 1803 voor 15 miljoen van de Fransen kochten. Niet voor 5 miljoen zoals ze bij de UvA dachten. Kennedy: "Geschiedenis heeft vooral in Nederland toch de reputatie een stoffig vak te zijn. In de VS hebben we dan wel minder historie, het besef dat die ertoe doet is groter dan hier. Waarschijnlijk komt dat door de verregaande culturele revolutie in de jaren zestig hier in Nederland. Toen was er vooral belangstelling voor de toekomst. Wat al gebeurd was, vonden ze volstrekt irrelevant."

Om het historisch besef wat op te krikken, organiseert het Historisch Cafe, negen vrijwilligers met een passie voor het verleden, elke maand een bijeenkomst. Normaal zijn het debatten tussen gasten met een bepaalde, historische specialisatie. Deze keer waren het als afsluiting van het seizoen veertig vragen over alle tijdvakken van de geschiedenis. Organisator Nicolette van der Meer denkt wel dat een beetje promotie voor het vak geen kwaad kan. "Wat er in het verleden is gebeurd, is zo belangrijk. Het helpt namelijk de dingen die in het heden gebeuren, in een perspectief te zetten."

Voor een leek zijn de vragen niet te beantwoorden. En zelfs voor sommige professionals zijn ze pittig. Zo schamen de mannen van de VU zich niet voor een spiekpartijtje. De UvA meent te weten dat Jan Pieterszoon Coen de eerste gouverneur-generaal van de VOC in Indie was. Het VU-team scoort met 'niet Coen' op het antwoordbordje alleen gelach. Geen punten dus.

Wel voor het goede antwoord op de vraag wat het geschenk van David aan zijn toekomstige schoonvader koning Saul was: hij gaf hem honderd voorhuiden van Filistijnen om met Sauls dochter Michal te mogen trouwen.

Laura Romanillos - © 2004 Het Parool

Naar de archiefindex Naar boven