Huberts Smeets is hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Daarvoor was Smeets vanaf 1980 journalist bij NRC Handelsblad, onder meer werkzaam als stadsverslaggever, politiek redacteur, correspondent in Moskou, adjunct-hoofdredacteur en commentator. Van zijn hand verscheen onder meer Gekrenkte zielen: vrijheid in Rusland (uitgeverij Balans).
Binnen de afdeling Middeleeuwse Geschiedenis van de Vrije Universiteit (VU) worden religieuze verschijnselen bestudeerd, met als belangrijk aandachtsveld: strenge kloosterrichtingen in de late Middeleeuwen. Enerzijds hebben die een belangrijk segment in ons cultureel erfgoed geschapen (denk eens aan allerlei getijdenboeken, en aan een massa Middelnederlandse literatuur), anderzijds staan ze qua beleving ver van ons. Als religie nu in het nieuws is, is dat meestal in de sfeer van angst voor fundamentalisme. Op sommige van die kloosterrichtingen die bij de VU bestudeerd worden, zou de term fundamentalisme ook wel van toepassing kunnen zijn. Maar dat wringt dus: enerzijds de culturele erfenis, anderzijds toch die enorme afstand in mentaliteit en beleving.
Koen Goudriaan is sinds 2001 hoogleraar Geschiedenis der Middeleeuwen aan de VU. Na zijn studie klassieke talen en enige jaren doceren bij het voortgezet onderwijs werd hij in 1981 universitair docent aan de VU, eerst binnen het vakgebied oude geschiedenis, vanaf 1986 bij middeleeuwse geschiedenis. Als mediëvist heeft hij de cultuur- en religiegeschiedenis van de Late Middeleeuwen als onderzoeksterrein gekozen, met speciale aandacht voor het graafschap Holland.
Interview: Henk Looijessteijn
Hoe heeft de Monarchie zich de afgelopen eeuw ontwikkeld? Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de negentiende en twintigste eeuw? Jaap van Ginneken en Jaap van Osta zullen aan de hand van stellingen hierover het debat aangaan.
Jaap van Ginneken is onderzoeker en docent voor de opleiding Communicatiewetenschap aan de UvA. Van Ginneken publiceerde onder meer Het Mysterie Monarchie, een interview met het Nederlandse volk (Boom, Amsterdam 2003) en De schepping van de wereld in het nieuws (Kluwer, Alphen aan den Rijn 2002).
Jaap van Osta is vanaf 1989 verbonden aan de afdeling Italiaans van de Universiteit Utrecht. Het onderzoek van Jaap van Osta richt zich op de cultuurgeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw en omvat twee afzonderlijke gebieden, te weten de geschiedenis van de Europese monarchie en de geschiedenis van het moderne Italië. Van Osta Publiceerde o.a. Drie vorstinnen. Brieven van Emma, Wilhelmina en Juliana (De Arbeiderspers, Amsterdam 1995) en Het theater van de Staat. Oranje, Windsor en de moderne monarchie (Wereldbibliotheek, Amsterdam 1998).
Gespreksleider: Jan de Laat
De column zal binnenkort op deze site te lezen zijn.
Wat hebben Al-Qa’ida, de Moderne Devotie van Geert Grote en bedelmonniken met elkaar gemeen? Volgens Koen Goudriaan is de term ‘fundamentalisme’, thans vaak in verband gebracht met moslimbewegingen, ook van toepassing op eerdere religieuze opwekkingsbewegingen. Karakteriserend voor fundamentalisme is een combinatie van conservatisme en moderniteit. Enerzijds wordt opgeroepen tot een strijdbare vorm van spiritualiteit als reactie op een crisis. Anderzijds zijn fundamentalistische bewegingen modern door de nieuwe methoden die zij gebruiken.
De Moderne Devotie en de bedelmonniken kwamen op als reactie op een crisis, veroorzaakt door de pestepidemie, de doodsangst die hierdoor op individueel niveau werd gevoeld en de enorme stadsgroei door de toestroom van mensen van het platteland. Deze bewegingen waren vernieuwend door de eigen selectie van belangrijke aspecten uit de godsdienst. Daarnaast gebruikten zij moderne methoden om hun boodschap over te brengen. De moderne devoten deden dit door middel van de schrift, de bedelmonniken door zelf te prediken.
Naast nog een aantal overeenkomsten als de martelaarscultus en de ascetische praktijken, loopt de vergelijking op een ander belangrijk punt mank. In tegenstelling tot het huidige fundamentalisme hadden de moderne devoten geen blauwdruk voor een nieuwe samenleving. Voor hen was het religieus ideaal vooral op de persoon zelf gericht.
Het is volgens Goudriaan van groot belang fundamentalistische bewegingen te bestuderen. Er is niet alleen een economische, maar ook een culturele en religieuze globalisering gaande. Om goed om te kunnen gaan met levensbeschouwingen die we afwijzen, moeten we deze in ieder geval proberen te begrijpen.
Het koningshuis voldoet aan een behoefte. Hierover waren de sprekers Jaap van Ginneken en Jaap van Osta het eens. Emotie speelt een steeds belangrijkere rol in de politiek en het koningshuis roept deze emotie op. Het vormt de ‘franje van de politiek’, het is het ‘theater van de staat’, aldus Van Osta.
In de negentiende eeuw bevond de monarchie zich op een tweesprong. Van een volwaardige monarchie was zij verworden tot een halve monarchie. Wilde zij een rol van betekenis blijven spelen, dan was het van belang dat zij een ander jasje kreeg. De politieke functie van het koningshuis diende vervangen te worden door een sociale functie. Hierbij werd er handig ingespeeld op de opkomst van de publieke opinie en de consumptiemaatschappij. ‘Menselijke’ ceremonies werden geïntroduceerd om de abstractie van de monarchie te verkopen, evenals verzamelobjecten als kroningsbekers.
De marketingstrategie uit de negentiende eeuw heeft succes gehad: het koningshuis kan rekenen op een stabiele populariteit van 85-90 %. Uit onderzoek blijkt dat het koningshuis veel voor de doorsnee Nederlander betekent. Bijna iedereen beschikt wel over een anekdote, waaruit de speciale band van de eigen familie met het koningshuis blijkt. Het is een misvatting dat schandalen erop wijzen, dat het slecht gaat met de monarchie. Het tegendeel is waar. Met de monarchie gaat het juist slecht als er niet over gesproken wordt.
In de nabije toekomst zal de vraag of Nederland een monarchie of een republiek moet zijn, niet serieus aan de orde zijn. Wel zal het gaan om de vraag of de monarchie verder uitgekleed dient te worden. Van Osta pleit voor een ceremoniële monarchie naar Zweeds voorbeeld, waarbij ook de laatste sluier van politieke macht is weggetrokken.